Laatste verkeerstellers van Den Haag moeten na 50 jaar telhuisje uit

DEN HAAG - Het is aftellen voor de verkeerstellers van Den Haag. Eind november verdwijnt na 50 jaar het laatste telhuisje. De gemeente stopt met het handmatig tellen van verkeer bij kruispunten en gaat over op moderne techniek.
'Ik ga het heel erg missen', zegt verkeersteller Wim Roeleveld in
is, op de Westduinweg op Scheveningen. 'Je ziet een heleboel mensen, lekker lullen, ouwehoeren, je maakt van alles mee.' Wim doet het werk al 27 jaar: 'Ik heb alles voorbij zien komen; ernstige ongelukken, mooie vrouwen...'
Zijn collega naast hem in het houten hokje beaamt dat: 'Koffie van die, een gebakje van die, mensen brengen wel eens een visje.' Maar in de winter kan het werk flink tegenvallen: 'Dan is het koud en winderig. Gelukkig hebben we een kacheltje in het huisje staan.'

Techniek vervangt mensenwerk

Den Haag is de enige grote gemeente waar verkeer tellen nog mensenwerk is. 'Utrecht, Amsterdam en Rotterdam zijn er al lang geleden mee gestopt. En nu zijn wij aan de beurt,' zegt coördinator Peter van der Geer. 'De telhokjes worden vervangen door tellende verkeerslichten, gps en scanauto's. Het is jammer, maar je kan er niet omheen.'
De telhuisjes worden voorlopig opgeslagen door gemeente, totdat duidelijk is wat ermee gaat gebeuren. 'Misschien naar een goed doel of een museum. Er gaat er sowieso eentje naar de Haagse cabaretier Sjaak Bral. Hij gebruikt een huisje in zijn oudejaarsconference,' vertelt Peter van der Geer.

'Het is mijn tweede huis'

Voor Wim Roeleveld en zijn collega zijn het onzekere tijden. 'Ik zing het wel uit, maar jammer is het wel,' zegt zijn collega, die over een paar jaar met pensioen mag. 'Ik moet nog maar zien waar ik terechtkom,' zegt Wim een beetje ongerust, 'ik weet het ook niet. Dit is mijn tweede huis.'