Ingrid van Engelshoven: 'Vrouwen moeten vaker ja zeggen'

DEN HAAG - Meer aandacht voor de grote steden. Dat is wat de Haagse wethouder Ingrid van Engelshoven wil bereiken als ze straks in de Tweede Kamer zit. De ervaringen die zij heeft opgedaan als bestuurder van de derde stad van Nederland, moeten gaan klinken op het Binnenhof, zegt zij in een gesprek met Omroep West. Ook wil ze meer vrouwen in de politiek.
Van Engelshoven: ‘De afgelopen jaren kwam het woord ‘stad’ niet eens voor in de troonrede. Terwijl veel van de maatschappelijke uitdagingen waarvoor we staan en de kansen die er zijn zich juist in die steden voordoen.’
Volgens de wethouder vormen de steden de motor van de Nederlandse economie. Hier ontstaat vernieuwing. ‘Het zijn ook de smeltkroezen van dit land waar door al die diversiteit de samenleving vernieuwt.’

Achteruitgang

Engelshoven was de afgelopen zeven jaar wethouder van Den Haag, op dit moment is ze nog verantwoordelijk voor onderwijs, kenniseconomie en jeugdhulp. De gedachte dat een overstap naar de Tweede Kamer een achteruitgang is noemt ze ‘bizar’. 'Bestuurder zijn in een grote stad is een prachtige positie. Maar volksvertegenwoordiger in het hoogste orgaan van dit land is wellicht nog mooier. Ik zie het als een eer dat D66 mij op die lijst wilde en ik die partij in de Kamer mag vertegenwoordigen.’
Of het aanstaand Kamerlid ook in aanmerking wil komen voor een post in een nieuw kabinet – mocht D66 gaan meeregeren – wil zij nog niet direct zeggen. ‘Daar ga ik goed over nadenken. Maar vrouwen moeten als vragen op hen afkomen, minder vaak nee zeggen. Dus die boodschap zit dan stevig in mijn hoofd.’
Naast dat Van Engelshoven zich hard wil maken voor de grote steden, wil zij ook meer aandacht voor de positie van vrouwen. Dat is volgens haar hard nodig. Zo was er laatst een gezamenlijke vergadering van de colleges van burgemeester en wethouders van Rotterdam en Den Haag. Daarbij zaten dertien mannen en één vrouw om tafel. ‘Dat kan toch niet in een land als Nederland?’
De wethouder is ervan overtuigd dat ‘teams’ beter werken als daarin mannen én vrouwen zitten. ‘Vrouwen werken anders. Die zijn meer gericht op de verbinding, op de inhoud,’ zegt zij. En dat is wat de landelijke politiek volgens haar goed kan gebruiken. ‘Het mag wel minder om de spelletjes gaan, en meer om de echte discussie, om de inhoud.’

Opvoeden

Van Engelshoven erkent dat sommige vrouwen er ook zelf voor kiezen om bijvoorbeeld de opvoeding van kinderen voorrang te geven. Maar ook daarbij speelt volgens haar vaak druk uit de omgeving een rol. Neemt niet weg dat zij vindt dat vrouwen zelf ook moeten doorzetten.
‘We hebben met elkaar een verantwoordelijkheid om samen verder te komen. Ik heb me zelf ook altijd gerealiseerd als dat telefoontje komt en je zegt ‘nee’ na mij misschien tien vrouwen niet meer worden gebeld. Heel veel dingen komen nooit goed uit. Toch roep ik dan vrouwen op: zeg wat vaker ‘ja’. Want meer vrouwen in de politiek kunnen we heel goed gebruiken.’