Kunstwerk in stukken gesneden? Museum Bredius geeft tekst en uitleg

DEN HAAG - Waarom zou je een werk van de Hollandse kunstschilder Jan Steen in tweeën delen? Is het dan nog wel wat waard? En mag je dat sowieso wel doen? Het zijn de belangrijkste vragen waar de tentoonstelling Linking Pieces in het Haagse museum Bredius vanaf donderdag een antwoord op geeft.
Aanleiding voor de tentoonstelling is het doek Allegorie op de Ouderdom en de Dood (1602) van Hendrick Aerts. Het rechterdeel werd in 1931 verworven door Abraham Bredius. Pas enkele jaren geleden dook het linkerdeel op in Zweden.
Dankzij een tip van de kunsthistoricus Marina Aarts, die werkte bij een Zweeds veilinghuis, en een financiële bijdrage van de Stichting Vrienden Museum Bredius zijn de twee delen nu weer samen te zien.

Nachtwacht

In de tijd van Aerts werd de symboliek van leven en dood op prijs gesteld. Maar in de 19de eeuw werd daar anders over gedacht. De afbeelding van een oude man die door de dood wordt begeleid naar zijn graf, maakte het eigenlijk onverkoopbaar. Door het af te snijden bracht het linkerdeel meer geld op.
Maar er zijn ook andere redenen om een schilderij op te delen. Bijvoorbeeld de grote omvang van een doek. Zo werd het Portret van een Jongen en een Meisje (1650) van Jacob Cuyp en Albert Cuyp in tweeën gesneden. Nog bekender is het voorbeeld van de Nachtwacht, dat te groot was voor het Stadhuis in Amsterdam.

Het mes erin

Vaak kwam het ook voor dat een schilderij werd opgesplitst vanwege een erfenis. Of dat de beeldend kunstenaar er zelf het mes inzette, omdat hij ontevreden was over het eindresultaat. En van sommige werken wordt vermoed dat een deel is beschadigd, waardoor het als geheel niet meer toonbaar was en het dus in stukken werd gesneden.
Bij sommige kunstwerken zal overigens nooit duidelijk worden waarom het mes erin is gezet. Om de simpele reden dat slechts een deel van het kunstwerk is overgebleven. In dat soort gevallen is het gissen naar het oorspronkelijke resultaat van de beeldend kunstenaar.