Vacature Schipper bij KNRM Scheveningen opnieuw ingevuld door de familie Pronk

DEN HAAG - Het begint zo langzamerhand een familie-aangelegenheid te worden: de Koninklijke Nederlandse Reddings Maatschappij (KNRM) in Scheveningen. Vanaf 1 december is de 62-jarige schipper Jaap Pronk opgevolgd door zijn zoon Hugo Pronk (37). Hij is daarmee de derde generatie op rij.
Donderdag is het Hugo zijn eerste dag als schipper van de Kitty Roosmale Nepvue van de KNRM. Hij neemt daarmee het roer over zijn vader Jaap Pronk, die vanwege zijn leeftijd een stapje terug moet doen. Hugo heeft het dus niet van een vreemde. Zoals ook zijn vader het vak weer meekreeg van diens vader, nu al weer zo'n 50 jaar geleden.
Toch dringt de vraag zich op of de openstaande vacature van te voren al was vergeven. Maar volgens vader Pronk is dat absoluut niet het geval: 'Ze moeten de beste nemen en niet gaan twijfelen, en ook niet gaan zeggen 'het is familie'. Nee de beste moet gekozen worden.'

Mensen in nood

In bijna precies de zelfde bewoordingen beantwoorden vader en zoon de vraag wat er zo leuk is aan het werken bij de KNRM. Hugo Pronk: 'Ik heb altijd al gevaren, dus dat maritieme blijft in mijn bloed zitten. Ja, dat is het mooiste wat je kan doen: mensen helpen die in nood zijn, of hulp nodig hebben.'
De vraag welke reddingsactie het meeste indruk heeft gemaakt, blijft onbeantwoord. Ze zijn ze volgens Jaap allemaal even dierbaar: 'Na het merendeel kom je gezellig en lachend terug, maar er zijn inderdaad ook acties, dan huil je intern. Maar dat probeer je dan voor je te houden.'

Steun van je vrouw

Zonder het thuisfront zouden ze dit werk niet kunnen doen. Vader Pronk: 'Je kan dit werk niet doen zonder de steun van je vrouw. Je gaat natuurlijk in nacht en ontij weg. Ook op de raarste tijden. En als je dan terugkomt en iets ernstigs hebt meegemaakt, dan ben je down, maar houdt ze daar rekening mee.'
Of één van de kleinzonen het later weer over neemt van Hugo Pronk blijft nog even de vraag. Maar volgens de vertrekkende schipper is niets uitgesloten. 'Dat het waterratten zijn, is wel duidelijk. Maar je moet ze niet in die richting duwen. Je moet ze de vrijheid geven om zelf te beslissen. Maar ja, wie weet…' zegt hij lachend, 'wie weet.'