Joodse gemeenschap diep geraakt door resultaten van onderzoek naar Haagse huizen na de oorlog

Harstenhoekweg in 1914
Harstenhoekweg in 1914 © persoonlijk archief Joodse bewoners
DEN HAAG - 'De gemeente Den Haag was nog erger dan de gemeente Amsterdam toendertijd, het raakt me diep', zegt Ronny Naftaniel secretaris van de Stichting Joods Erfgoed. Hij reageert daarmee op de resultaten van een onafhankelijk onderzoek naar het handelen van de gemeente Den Haag tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. In het onderzoek dat donderdag is gepresenteerd is gekeken naar de houding van de gemeente ten opzichte van Joodse eigenaren van onroerend goed.
'De gemeente Den Haag heeft tijdens de oorlog een groot aantal panden aangekocht en onder het Duitse bewind 'uitgeroofd'. Ze namen de panden van Joodse eigenaren in 'beheer', wat eigenlijk betekende dat ze zich de panden hebben toegeëigend', laat de onderzoeker, historicus Robin te Slaa, weten.
Dat de gemeente zo gehandeld heeft, zo blijkt uit het onderzoek, is later zo goed als mogelijk geprobeerd recht te zetten. De gemeente Den Haag heeft de panden 'teruggegeven'  aan erfgenamen of hen een vergoeding gegeven. De heikele kwestie van het onderzoek zit dan ook vooral in de belastingen die na de oorlog door de gemeente zijn verhaald bij de erfgenamen van Joodse mensen met huizen in de Haagse gemeente.'

Erfpachtcanon en straatbelasting

Er is door de gemeente Den Haag dus geld gevraagd voor mensen met erfgoed die in die tijd ondergedoken zaten of gedeporteerd waren. Het gaat om de heffingen genaamd erfpachtcanon en straatbelasting. 'De gemeente Den Haag heeft nog erger gehandeld dan de gemeente Amsterdam toendertijd, die besloot namelijk dat het terugvragen van straatbelasting niet juist zou zijn', meldt Ronny Naftaniel van Stichting Joods Erfgoed.

Het onderzoek is gedaan op verzoek van de gemeente Den Haag. Voorzitters van de Joodse gemeenschap  kregen donderdag een exemplaar van het onderzoek. Zij krijgen de mogelijkheid om te reageren. Wat er uiteindelijk met de resultaten wordt gedaan ligt bij de gemeenteraad.