Doodsoorzaak van vermoorde Rose Sulaiman niet meer te achterhalen

BENTHUIZEN - Benthuizen - Het is niet meer vast te stellen hoe Rose Sulaiman in 2007 in Thailand om het leven kwam. Maar dat haar man, de 46-jarige Bert den D. uit Benthuizen, daarmee te maken had, staat volgens het Openbaar Ministerie wel vast. Volgens de officier van justitie zou Den D. zijn vrouw hebben gewurgd. Vrijdag was een pro-formazitting bij de rechtbank.
Rose Sulaiman verdween in november 2007. Ze woonde toen met haar man en zoontje in Thailand. Kort erna ging Bert den D. terug naar Nederland. Een jaar later trof de nieuwe bewoner van het huis in Thailand een lichaam aan in de beerput naast het huis.
Omdat Den D. niet kon worden uitgeleverd, is het onderzoek uiteindelijk overgedragen aan de Nederlandse politie. Het coldcaseteam uit Den Haag ging met de zaak aan de slag. In mei 2016 werden de resten van Sulaiman in Maleisië opgegraven, en onderzocht door het NFI. Dat leidde in november vorig jaar tot de aanhouding van Bert den D.

Beerput dichtgemetseld

Van het lichaam werden niet meer dan wat resten van kleren en botten gevonden. De doodsoorzaak is niet meer vast te stellen. 'Daarom kunnen we er niet eens van uit gaan dat ze door een misdrijf om het leven is gekomen', aldus de advocaat van Den D.
Daar is de officier van justitie het niet mee eens. 'Rose werd gevonden in een beerput. Daar kon ze niet zelf in komen, het deksel was ook nog eens dicht en de boel was dichtgemetseld. Er is geen twijfel dat er sprake is van een misdrijf.'

'Als ik er over een week nog niet ben...'

De officier van justitie wijst verder op de overige omstandigheden. Er zijn aanwijzingen dat de relatie tussen Bert en Rose 'niet altijd koek en ei' was. Er waren conflicten over geld en over waar het gezin zich zou vestigen. Volgens getuigen was er sprake van huiselijk geweld en Bert zou al eens hebben gezegd dat hij Rose om het leven wilde brengen.
Kort voor haar verdwijning belt Rose haar moeder in Maleisië dat ze naar huis komt. Ze vertelt dat Bert haar heeft geslagen, dat ze bang is dat hij haar doodmaakt. Kort erna volgt een tweede telefoontje: 'Als ik er over een week nog niet ben, geef me dan op als vermist bij de politie.' Volgens de officier van justitie zijn het duidelijke tekenen dat er iets aan de hand was.

'Ik heb het niet gedaan!'

Bert den D. vertelde vrijdag met dikke tranen dat hij onschuldig is. 'Ik heb het niet gedaan! Ik zou dat ook nooit kunnen, ik hou van die vrouw. Ik heb een stomme beslissing gemaakt door in Nederland te blijven, ik had naar Azië moeten teruggaan. Maar ik heb het niet gedaan!'
Dat is niet waar de officier van justitie van uit gaat. 'Zijn raadsvrouw zegt dat alle scenario's nog mogelijk zijn. Dat denk ik niet. En als er wel andere scenario's zijn, dan hoor ik het graag. Die kunnen we dan onderzoeken. Maar dat moet wel vanuit de verdachte komen en die zegt niets. Vooralsnog hebben we nog te maken met een vader die de moeder van zijn zoon heeft omgebracht.'

Zwijgen is het advies

Bert den D. probeert, nog steeds in tranen, de rechter nog te overtuigen: 'Ik heb een raadsvrouw, die geeft me raad. En haar raad is om me te beroepen op mijn zwijgrecht. Dus dat doe ik. Ik heb hier zelf toch allemaal geen verstand van?'
Maar de rechter is het toch wel met de officier eens. 'Er moet iets zijn gebeurd, anders was ze niet in de beerput naast uw huis gevonden. En als u het niet bent, loopt de dader nog rond. U bent niet zo van het praten, begrijp ik. Alstublieft, schrijf het dan op. Dan kan men daar onderzoek naar doen.'
Bert den D. blijft voorlopig nog in de cel.