Straf geëist na brandstichting in HagaZiekenhuis

© Regio15
DEN HAAG - Daniel D. (32) uit Polen reed op 11 juni vorig jaar met zijn schoonzus mee naar Nederland om lekker een weekendje te 'relaxen', maar raakte hier juist zwaar in de problemen. Dinsdagmiddag hoorde de Pool bij de Haagse rechtbank een jaar celstraf eisen omdat hij die dag een ziekenhuiskamer van het HagaZiekenhuis kort en klein sloeg en in brand stak. Schade: ruim een halve ton. De helft van de geëiste celstraf is voorwaardelijk.
'Wat er zich heeft afgespeeld, kan ik me niet meer herinneren', zegt verdachte zelf tegen zijn rechters. Zijn schoonzus werd tijdens de rit al bang van hem. Eenmaal in Den Haag ging het mis toen hij uitstapte. Hij was helemaal hoorndol geraakt van de drank, cocaïne en van de synthetische drug crystal meth die hij gedurende de lange autorit had ingenomen.
In Den Haag belde hij bij wildvreemde mensen aan. Ook maakte hij verward stennis op straat. Gewaarschuwde politie werkte hem tegen de grond. Vervolgens werd de Pool vastgebonden op een brancard en in een ambulance afgevoerd naar het ziekenhuis.

Brand in het ziekenhuis

In het ziekenhuis ontsnapte hij vanaf een bed waarop hij was vastgebonden. Hij verschanste zich uiteindelijk in een kinderbehandelkamer voor spoedeisende hulp. Daar sloeg hij eerst de boel kort en klein. Een beveiliger, die probeerde in te grijpen, kreeg de deur in zijn gezicht geslagen. Onder die deur zag hij vervolgens vlammen flakkeren.
Een speciaal team van de politie viel de kamer binnen en wist de doorgedraaide Pool te overmeesteren. Het brandje werd geblust. Volgens een psychiater was de Pool in een delirium en een paranoïde psychose geraakt. Hij lag nadien langer dan een week in coma. 'Er was zelfs sprake van levensgevaar voor hem', zei de psychiater later.

Bang dat organen werden gestolen

De Pool werd eind december uit voorarrest vrijgelaten en ging terug naar Polen, waar hij woont. Speciaal voor de strafzaak, volgens eigen zeggen, reisde hij nu weer naar Den Haag. 'Dit is de grootste les van mijn leven geweest', spreekt de tengere Pool plechtig tot de rechters. 'Ik had nog nooit eerder drugs gebruikt.' Hij zou op een gegeven moment helemaal 'paranoia' hebben gedacht dat snoodaards op zijn organen uit waren, legt zijn advocate aan de rechters uit. Haar cliënt zelf zou zich dat niet meer kunnen herinneren.
De aanklaagster houdt in haar eis rekening met de 'verminderde toerekeningsvatbaarheid' van de verdachte: 'Maar we hebben het hier ook over behoorlijk heftige feiten. Het is heel confronterend geweest voor medisch personeel en patiënten.' Ook wil de aanklaagster dat er schade wordt betaald door de verdachte. Die zegt zelf: 'Ik ben bereid om alles te vergoeden, maar ik heb het geld nu niet.'

Nooit mogen gebeuren

Zijn advocate mr. S. Bhulai vindt dat haar cliënt vrijuit moet gaan omdat zijn gedrag in het ziekenhuis mogelijk zou zijn veroorzaakt door medicijnen die hij daar zou hebben gekregen. Het zou nu redelijk gaan met de Pool, ondanks de omstandigheid dat hij in scheiding ligt en nog geen omgangsregeling met zijn dochtertje heeft.
Verdachtes laatste woord: 'Ik wil graag excuus aanbieden voor de hele toestand, het had nooit mogen gebeuren.' Als de rechtbank de strafeis volgt, hoeft de Pool overigens niet meer terug naar cel, omdat hij het onvoorwaardelijke deel van de strafeis al in voorarrest uitzat. Op 14 maart doet de rechtbank uitspraak.