Ouders verongelukte jongen A44: 'Het risico heeft altijd aan hem gehangen'

OEGSTGEEST - 'Het risico heeft altijd aan hem gehangen. En dat wisten we ook. Als het gebeurt, wordt het natuurlijk ook bevestigd. Maar we hebben hem niet zijn vrijheid ontnomen.'
Aan het woord zijn Martine en Aad van der Burg. Zij zijn de ouders van Ruben, de 11-jarige verstandelijk beperkte jongen uit Oegstgeest die zaterdagmiddag op de A44 werd aangereden en
aan zijn verwondingen. Hij werd geschept door een auto toen hij tussen Oegstgeest en Voorhout de snelweg wilde oversteken.
'Ruben was hier op het terrein aan het spelen. We hadden hem opgehaald bij de zorginstelling, waar hij doordeweeks verblijft', vertelt vader Aad op zijn erf in Oegstgeest. 'Sinds oktober zit hij op een gesloten afdeling. Hij kan niet op zichzelf naar buiten. Hij kent geen gevaar. En dat is ook wel gebleken.' 'En dat wisten we ook', voegt moeder Martine toe.

Ruben onvindbaar

Ruben zat die middag in een auto op het erf te spelen. 'Omdat ik bang was dat hij de auto zou beschadigen, ben ik ernaartoe gelopen. Ik kon hem niet tussen de auto’s vinden. Toen ben ik rondom ons huis en in de tuin naar hem gaan zoeken. En daarna nogmaals in ons huis en in onze schuur.'
Ruben was onvindbaar en Aad besloot richting de polder te lopen. 'Daar aangekomen dacht ik: hij moet over het hek zijn gesprongen. Door zijn verstandelijke handicap wilde hij altijd wegrennen. We hebben daarom een hek met schrikdraad erop, dat normaal voor paarden en koeien gebruikt wordt. Na enige tijd kreeg hij het toch voor elkaar om eroverheen te komen. We hebben alles ervoor gedaan om dat te voorkomen. Een ander alternatief was opsluiten of vastbinden. Dat gun je hem niet.'

'Als je zijn broek herkent...'

Martine: 'Ruben was een buitenkind. Je moet hem niet alleen in huis opsluiten. We genoten ook als hij er was. Dan was hij lekker buiten aan het spelen. Daar genoot hij zelf ook van.'
Aad ging zijn scooter pakken om Ruben te zoeken. Toen hij op de oprijlaan ging kijken, hoorde hij de sirene. 'Dan gaat er een scenario door je hoofd en vraag je je af: wat is er aan de hand? Ik zag auto’s stilstaan op de weg of langzaam rijden. Het zal toch niet waar wezen, dacht ik. In eerste instantie dacht ik dat het een ongeluk was. Misschien een motorrijder. Er lag iemand op de grond die ze aan het reanimeren waren. En later zie je dat hij het is. Dan stort je wereld in. Je blijft tot het laatst ontkennen dat hij het is en hoopt dat het een ander is. Maar als je zijn broek herkent….'

Gefaald

Martine: 'Je voelt gewoon alsof je gefaald hebt. Hij was heel lief. Had een ontwikkelingsleeftijd van drie jaar. Ruben kon niet praten en was niet zindelijk. Je moest hem helpen met eten en had veel zorg nodig. Maar hij was ook een jongen die altijd lief was, nooit verdrietig, nooit gefrustreerd. Hij wilde altijd meewerken.'
'De laatste tijd verliep onze communicatie ook heel goed. Alle puzzelstukjes vielen in elkaar. We kenden hem nu eigenlijk pas echt goed. En nu is het ongeluk gebeurd…'

Orgaandonatie

Ze kregen in het ziekenhuis te horen dat de hersenen van Ruben door het ongeluk te veel beschadigd waren. Aad: 'Toen hebben we onze goedkeuring gegeven voor orgaandonatie. Het geeft ons toch een heel goed gevoel dat we nog iets voor andere kinderen kunnen doen.'
Martine: 'Ruben maakte vroeger alles kapot in huis. Dat vond ik heel moeilijk in het begin. Ik kon mijn huis niet netjes inrichten, omdat Ruben de gordijnen opat of in de bank beet. Toen dacht ik: wat moeten de mensen wel niet denken? En nu denk ik van: het is Ruben zijn bank. En ik wil hem niet meer kwijt. Waar heb ik me toen druk over gemaakt? Als hij het naar zijn zin heeft bij ons, bijt hij die bank toch gewoon kapot! Gelukkig kan ik wel zeggen: hij heeft een mooi leven gehad.'

Bekijk hieronder het hele interview met de ouders van Ruben: