Meeste koeien mogen blijven in Midden-Delfland

MIDDEN-DELFLAND - Straks zijn er 160.000 koeien minder in ons land. Dit komt doordat boeren gebruik maken van de stoppersregeling. Dat is één van de maatregelen om het mestoverschot terug te dringen. Maar grote gevolgen voor het agrarische Midden-Delfland heeft het eigenlijk niet. Het geheim: kleinschaligheid.
In Midden-Delfland zijn de kavels van de boeren klein, zegt Gert-Jan Hooijmans van LTO Delflands Groen. Veel ruimte om uit te breiden is er niet, want er is gewoon te weinig grond. 'Ik heb maar negentig koeien en daar verdien ik een goede boterham mee. Waarom zou je er dan 150 of meer willen melken?'
Toch zijn boerenbedrijven niet altijd vrijwillig klein. Sommige boeren willen wel uitbreiden, maar kunnen dat niet. De reden: Midden-Delfland is ingesloten tussen de gemeente Westland en de Randstad, zegt boerin Nellie van Winden. Zij heeft zestig koeien, maar toch moeten er vier dieren weg omdat er te weinig land is om de mest van de dieren uit te rijden. Dat zou het milieu teveel belasten.

Gezonde koeien naar de slacht

Nellie vindt het naar dat sommige gezonde dieren, die nog jaren mee kunnen, naar de slacht moeten worden gebracht. 'Dat blijft erg.'
De gemeente Midden-Delfland stuurde de Tweede Kamer nog een brief met de vraag of voor deze boeren een uitzondering gemaakt zou kunnen worden op de fosfaatwet. De gemeente wees politiek Den Haag erop dat veel boeren hier op een meer natuurvriendelijke manier werken, waardoor het milieu minder belast wordt dan in andere delen van Nederland. Maar de Tweede Kamer was niet te vermurwen.