COLUMN: Voetbalmoeder

Columniste Lisette de Bruijn
Lisette schrijft elke twee weken een column voor Omroep West © Omroep West
WESTLAND - Er is een ronde bal en er rennen 22 mannen achteraan. Dat is zo ongeveer alles wat ik weet van voetbal. Oh, en ze hebben hoog aanzien, de mannen die een lekker balletje kunnen trappen.
Daar houdt mijn kennis en interesse echt op. Werd er zondag gevoetbald? Het is dat mijn Twitter tijdlijn ontplofte, anders had ik het niet eens geweten. Feyenoord werd kampioen, dat weet ik nu, maar tegen wie speelde ze eigenlijk?

Derde helft

Ik ben opgegroeid met drie zusjes. Je zou denken dat hier de grondslag ligt van mijn desinteresse voor voetbal. Maar niets is minder waar, zij hebben zelfs allemaal jarenlang gevoetbald. Ik ging wel eens kijken hoor, maar alleen als de zon scheen en de temperatuur aangenaam was. En dan arriveerde ik het liefst zo tegen het einde van de tweede helft of de start van de derde helft, mijn favoriete gedeelte.  

Langs de lijn

Toen ik twee keer een zoon bleek te verwachten moest ik, naast alle blijdschap, wel even slikken. Wat als ze straks van voetbal gaan houden? Mijn man had precies hetzelfde. Hij geeft er zo mogelijk nog minder om dan ik. Ik weet nog dat we een keer op koopavond gingen winkelen en er geen sterveling in de stad was, toen speelde blijkbaar het Nederlands Elftal een belangrijke wedstrijd op een EK. Wisten wij veel! Het winkelen ging als een trein. Wat als we straks elke zaterdag met tegenzin langs de lijn moeten staan?

Erfelijk

Gelukkig blijkt desinteresse voor voetbal erfelijk. Hoewel ik mijn kinderen altijd vrij heb gelaten in de keuze voor hun hobby, moest de oudste niet aan voetbal denken. Het idee om in de regen rond te rennen (of überhaupt te rennen) trok hem helemaal niet. De middelste deed nog een halfslachtige poging, omdat veel van zijn vriendjes op voetbal zitten. Maar na een paar proeflessen haakte ook hij af. Hij vond het nutteloos om achter een bal aan te rennen. Ergens zonde, want hij kon best een lekker balletje trappen. Maar van binnen juichte ik natuurlijk. Mijn dochter moest er al helemaal niet aan denken.

Feyenoord

Als mijn moedercollega’s op zaterdagochtend om half acht naar een voetbalwedstrijd vertrekken draai ik me nog even lekker om, want ik hoef me pas tegen tienen naar een warme balletzaal te begeven of een indoor judowedstrijd. Meer mijn pakkie an!
Toch kwam mijn zoon afgelopen maandag een beetje teleurgesteld uit school. Veel van zijn vriendjes waren op zondag bij de kampioenswedstrijd geweest. ‘Zullen we afspreken dat we ook gaan als Feyenoord weer kampioen wordt, mama?’, vroeg hij. ‘Tuurlijk, schat’, heb ik geantwoord. Nu maar hopen dat dit weer een jaar of 18 duurt!