COLUMN: Kamperen

Loedermoeder Lisette de Bruijn uit het Westland
Lisette de Bruijn schrijft elke twee weken een column voor Omroep West.
WESTLAND - Ik ben gek op vakanties, maar kamperen heeft nooit heel hoog op mijn wensenlijstje gestaan. Ik ben gewoon niet zo van het primitieve.
Doe mij maar een eigen wc, warm stromend water en een niet lekkend dak boven mijn hoofd. In mijn jonge jaren heb ik wel een keer in Australië gekampeerd, tijdens een backpackvakantie. Het mooie weer (en misschien de verhoogde alcoholinname) zorgde dat dit prima ging, maar toen al vond ik het niet echt voor herhaling vatbaar.

Hele volksverhuizing

Met kleine kinderen is vakantie sowieso al een hele volksverhuizing, ook als je naar een huisje gaat. Niet te geloven wat je mee moet slepen voor een paar dagen! En op de terugweg komt daar ook nog eens een enorme berg aan wasgoed bij. Kamperen in een tent met kinderen leek me daarom helemaal geen goed idee. Wat als alles nat zou regenen?

Rustig aan beginnen

Toch ben ik vorig jaar uit mijn comfortzone gekropen. De kinderen hadden op school over kamperen geleerd en wilden dit heel graag eens zelf meemaken. Ik besloot ze die ervaring niet te willen ontnemen en me over mijn bedenkingen heen te zetten. Ik zocht een camping in Nederland uit, niet te ver weg meteen. Elke kampeerplek was voorzien van een eigen douche en wc. En ik boekte voor twee nachten. Want hé, je moet rustig aan beginnen. Wat als het zou gaan regenen?

Lekker dicht naast elkaar

Eenmaal aangekomen op onze kampeerplek bleek ik alsnog de helft van de spullen te zijn vergeten, want aan alle ‘handige’ zaken zoals wasknijpers, een stekkerdoos en een flesopener had ik nooit gedacht. Dat krijg je als amateur… Gelukkig sta je op een camping lekker dicht naast elkaar, zodat de buren hier ook gelijk van op de hoogte zijn. Binnen no time had ik al mijn vergeten spullen bij elkaar geleend. Ook de kinderen maakten snel contact en speelden de hele dag met nieuwverworven vriendjes.

Voor dag en dauw

Dat er ook campingasten zijn die voor hun rust komen en niet per se voor dag en dauw door spelende kinderen gewekt willen worden, merkte ik meteen de eerste ochtend. En dus liep ik al heel vroeg met de kinderen ver in het bos, op zoek naar takken voor een kampvuur en verdwaalde Pokémons.

Een ervaring rijker

Kamperen was niet helemaal mijn ding en ik rust er ook niet echt van uit, maar ik moet toegeven, het viel eigenlijk allemaal best mee. Ik was een ervaring rijker (en een flesopener, sorry buurman). Dit jaar vroeg ik voorzichtig aan de kinderen of ze deze zomer weer willen kamperen. Nee, dat hoeft niet, zeiden ze. Ze hebben het nu een keer gedaan, dit jaar willen ze wel weer naar een huisje. Want stel dat het nu gaat regenen…