Oranje-handbalsters bereiken halve finale op WK

Pearl van der Wissel in actie op het WK tegen Tsjechië.
Pearl van der Wissel in actie op het WK tegen Tsjechië. © Orange Pictures
REGIO - Met een overtuigende overwinning heeft het Nederlands vrouwenteam de halve finales bereikt op het wereldkampioenschap handbal in Duitsland. De ploeg van speelsters Yvette Broch uit Monster en Danick Snelder uit Pijnacker was woensdagavond in de sporthal van Magdeburg met 30-26 te sterk voor Tsjechië. Oranje treft nu Noorwegen.
Makkelijk ging het niet voor de vrouwen van bondscoach Helle Thomsen. Lois Abbingh sleepte de ploeg er doorheen met liefst veertien doelpunten. Bij rust leidde Nederland 'slechts' met 17-16.
Het is de vierde keer op rij dat Oranje de laatste vier haalt van een titeltoernooi. De vorige keren leverden historisch zilver op bij het WK van 2015, de vierde plaats op de Olympische Spelen van Rio in 2016 en nogmaals zilver op het EK van 2016.

Tegenstander

De tegenstander in de halve finale is titelverdediger Noorwegen, dat Rusland later op de avond helemaal zoek speelde: 34-17. Noorwegen was de drie voorgaande kampioenschappen steeds de ploeg die Oranje versloeg.
Oranje was beducht voor de vechtlust en het doorzettingsvermogen van de Tsjechische vrouwen. Het eigen spel op het WK was bovendien wisselvallig geweest. De winst op Japan bijvoorbeeld in de achtste finales was er op wilskracht in een verlenging uitgesleept. De vrees bleek niet ongegrond, want ondanks een flitsende start van Oranje kreeg het maar moeilijk greep op de Tsjechische vrouwen.

Strakke dekking

In de eerste tien minuten liep Nederland uit naar 8-2. Tsjechië had in die beginfase niets in te brengen dankzij de strakke dekking van Nederland en de attente keepster Tess Wester. Abbingh was bovendien op dreef met haar schoten vanuit de tweede lijn. Maar Tsjechië herstelde zich van de zwakke ouverture en werd steeds sterker. De voorsprong slonk, Oranje begon veel kansen te missen, met als resultaat dat bij rust de marge nog maar één doelpunt was 17-16.
In de tweede helft werd het knokken. Nederland hield licht overwicht, maar Tsjechië klampte steeds weer aan. Comfortabel zicht op de winst was er geen moment, ook omdat Oranje slordig was in de afwerking. Abbingh onderscheidde zich door wel te blijven scoren en het was vooral aan haar trefzekere rechterarm te danken dat Nederland in de slotfase de zege en daarmee de halve finale in de wacht sleepte.

Uitblinkster

Lois Abbingh was met veertien doelpunten de grote uitblinkster. 'Zo vaak heb ik volgens mij nog nooit gescoord in een interland', jubelde de beste vrouw van de wedstrijd. 'Maar de kansen lagen er en ik heb ze gepakt. Ik werd ook steeds goed vrijgespeeld door de ploeg.'
Ze leek als enige speelster geen last te hebben van de verdedigsters van Tsjechië. Eén keer gooide ze de bal zelfs met meer dan negentig kilometer per uur in het net. 'Ik ben niet sterker dan mijn ploeggenoten, dus misschien komt het door mijn techniek'', reageerde ze. 'We hadden de doelpunten nodig. Dus ik bleef met alles wat ik had schieten.'

Kritisch

Abbingh was ook kritisch op haar ploeg, die snel met 8-2 voorkwam maar Tsjechië terug in de wedstrijd liet komen. 'In de halve finale tegen Noorwegen zal het echt beter moeten. Anders zijn we kansloos.'
Natuurlijk speelde Lois Abbingh een excellente wedstrijd, maar bondscoach Helle Thomsen vergat niet haar hele team te betrekken in de zege van 30-26. 'Mijn speelsters geven altijd 200 procent en Lois kon scoren omdat ze hulp kreeg van de anderen. Ik heb veel respect voor het hele team', zei de Deense coach.

'Niet in een flow'

Weer bij de laatste vier van een groot kampioenschap. Thomsen keek er toch een beetje van op. 'We zitten gewoon niet in een flow zoals de vorige keer, we moeten er echt voor vechten. Maar dat kan dit team dus ook goed.'
Zeker in de eerste helft zag Thomsen tandenknarsend aan hoe haar ploeg een ruime voorsprong uit handen gaf. 'Telkens als we de controle hadden, vervielen we in één tegen één spelen. Dan laat je een vechtploeg als Tsjechië terugkomen. Gelukkig speelden we in de tweede helft weer beter als collectief.'