Erfenis van Joegoslavië-Tribunaal: 'Het gaf een stem aan de slachtoffers'

Koning Willem-Alexander (links) bij de sluiting van het Joegoslavië-tribunaal.
Koning Willem-Alexander (links) bij de sluiting van het Joegoslavië-tribunaal. © ANP
DEN HAAG - De erfenis van het Joegoslavië-Tribunaal is ongekend. Het VN-hof heeft de 'meest optimistische verwachtingen overtroffen', zei aanklager Serge Brammertz van het tribunaal tijdens de sluitingsceremonie donderdag in de Ridderzaal op het Haagse Binnenhof.
De aanwezigheid van onder anderen VN-topman António Guterres en koning Willem-Alexander bij de ceremonie wijst op het grote belang die het tribunaal heeft gehad. Op 31 december sluit het na bijna een kwart eeuw officieel de deuren. Het was het eerste internationale tribunaal dat werd opgericht sinds die van na de Tweede Wereldoorlog.
'Het Joegoslavië-Tribunaal gaf een stem aan de slachtoffers', zei Guterres. Slachtoffers konden hun verhaal kwijt in de rechtbank, daders werd veroordeeld. 'Het tribunaal heeft bijgedragen aan het helingsproces.'

Zwaarste misdrijven

Zonder het tribunaal was er volgens de secretaris-generaal van de VN uiteindelijk niet het Internationaal Strafhof (ICC) gekomen. Het ICC, dat sinds 2002 in Den Haag zetelt, is bedoeld voor de zwaarste internationale misdrijven.
'Het verhaal van dit tribunaal is er één van juridisch succes', zei minister Halbe Zijlstra (Buitenlandse Zaken) in zijn welkomstwoord. 'Het was een unieke rechtbank. Uniek vanwege de aanklacht tegen een staatshoofd. Uniek in zijn jurisprudentie. Uniek in het veroordelen van zoveel mensen beschuldigd van wreedheden en seksueel geweld in oorlogstijd.'

Inspiratie

Tegen de verwachting in werd het tribunaal de internationale standaard, verklaarde president Carmel Agius van het Joegoslavië-Tribunaal. Het werd een 'inspiratie voor de hele wereld'. Volgens oud-president Theodor Meron van het hof heeft het tribunaal bewezen dat 'niemand boven het recht staat'.
Brammertz erkent overigens ook dat sommige zaken te lang hebben geduurd of niet de gehoopte uitkomst kregen. Kritiek klinkt ook uit Servië. Daar vinden ze dat het hof zich teveel heeft gericht op (Bosnische) Serviërs.

Bloedige burgeroorlog

De afgelopen 24 jaar zijn in totaal 161 verdachten van de bloedige burgeroorlog (1991-1995) in het voormalige Joegoslavië voorgeleid bij het VN-hof. Een aantal zaken moeten nog in hoger beroep worden afgehandeld. Dat gebeurt door het MICT, het Mechanism for International Criminal Tribunals.