Krikke onthult monument: 'Moord op 12.000 Joden grootste ramp in Haagse geschiedenis'

DEN HAAG - 'De moord op 12.000 Joodse inwoners in de Holocaust was de grootste ramp die Den Haag ooit overkwam'. Dat zei burgemeester Pauline Krikke bij de onthulling van een Joods monument in Den Haag. Het monument is gebouwd op het Rabbijn Maarsenplein, niet ver van het stadhuis. Dat plein, vernoemd naar een van de slachtoffers, was tot 1943 het hart van de Haagse Jodenbuurt.
Den Haag had voor de oorlog een bloeiende Joodse gemeenschap van ongeveer 17.000 mensen. Van hen werden 14.000 gedeporteerd en zeker 12.000 van hen werden vermoord. Na Amsterdam kent Den Haag de meeste weggevoerde en omgebrachte Joodse inwoners van Nederland.
'Mannen, vrouwen en kinderen. Pasgeboren of hoogbejaard. Niemand werd ontzien. Eeuwenoud Joods leven in Den Haag kwam in paar jaar tijd nagenoeg ten einde. Telkens wanneer je erover leest, grijpt het je naar de keel', aldus de burgemeester.

Ontwerpster Anat Ratzabi

Het monument is ontworpen door de Haagse kunstenares Anat Ratzabi. Het toont een deur op een kier, met daarnaast twee bronzen koffers, die symbool staan voor de deportatie. Op de deur staat een davidster met vier wanhopige mensen, een beeld dat eerst om de hoek hing. Er tegenover staan zes zitplaatsen, als rustpunt voor wie wil nadenken. Het aantal verwijst naar de zes miljoen vermoorde Joden.
Op de zijkanten staan de twaalf stammen van het Volk Israël. 'En zes plus twaalf is achttien, wat in het jodendom een geluksgetal is, omdat we hopen op een gelukkiger toekomst', legt initiatiefnemer Benjamin Cohen uit. Hij zei bij de onthulling dat het monument ook bedoeld is voor de toekomst, om de Haagse jeugd te leren over racisme 'en in het bijzonder op de combinatie van racisme, het afzonderen van personen en vervolgens de andere kant op kijken.'