Onze olympiërs: Kai Verbij rijdt een race tegen de klok

HOOGMADE - De 23ste Olympische Winterspelen in Pyeongchang zijn voor Nederland zaterdag nu écht begonnen. We volgen de negen deelnemers uit onze regio nauwlettend. Op weg naar de wedstrijden stellen we dagelijks één van onze olympiërs aan je voor. Vandaag: schaatser Kai Verbij.
Een race tegen de klok. Zo kun je de afgelopen anderhalve maand het beste omschrijven voor de 23-jarige Hoogmadenaar. Tijdens het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) in Heerenveen liep hij een liesblessure op, waarmee hij zich op de 500 meter nog wel verzekerde van zijn eerste Spelen. Maar voor de 1000 meter, zijn favoriete afstand, moest hij afzeggen. Op basis van het voorbije jaar kreeg Verbij alsnog een aanwijsplek, dus verschijnt hij twee keer aan de start in Zuid-Korea.

Die beschermde status komt niet uit de lucht vallen. Verbij, kind van een Japanse moeder en een Hollandse vader en in 2007 verkozen tot '
' in Kaag en Braassem, is de regerend
en
sprint en gaat aan kop in het wereldbekerklassement op de 1000 meter. Opgeteld bij zijn blessure - en de uiteenlopende prestaties van zijn ploeggenoten Ronald en Michel Mulder en Dai Dai Ntab - leverde dat een
op van Team Plantina.

Achterhoofd

Dat zou druk met zich mee kunnen brengen, maar niet voor Verbij. 'Nee, ik heb die druk totaal niet. Want voor mezelf weet ik: als ik een goeie race rijd, dan kan ik winnen. Maar dat is voor mij belangrijker dan winnen', stelt hij cryptisch. 'Als ik vierde word met een goede race, dan kan ik er mee leven. Maar niet als ik baal van mijn race. Ik ben helemaal niet bezig met winnen. Het zit altijd wel een beetje in je achterhoofd en je wil het heel graag. Alleen: dat heeft voor mij nooit geholpen.'

Op de 1000 meter neemt hij het onder anderen op tegen
uit Zoeterwoude. Wat zijn kansen zijn op het behalen van een olympische medaille? 'Dat is lastig te zeggen met sprinten', verklaart Verbij. 'Ik denk niet dat er op dit moment echt één favoriet is op de 500 die erboven uitsteekt. Dus dat gaat sowieso lastig worden. Op de 1000 zijn mijn medaillekansen iets reëler. Maar ik kan niet zeggen wat de kansen zijn.'

Schema

  • Maandag 19 februari: 500 meter
  • Vrijdag 23 februari: 1000 meter