Krikke: Niets mis met rappende agenten

Een screenshot uit de video van de rappende agenten
Een screenshot uit de video van de rappende agenten © Facebook/Politie
DEN HAAG - De Haagse burgemeester Pauline Krikke is niet van plan om contact op te nemen met minister Ferdinand Grapperhaus over de videoclip die de wijkagenten van Bureau Hoefkade recent hebben opgenomen. 'Daar is geen enkele aanleiding toe', aldus de burgemeester. Ook heeft zij geen 'controversiële' boodschap in de video kunnen ontdekken.
'Ons werk is de kwetsbaren beschermen, proactief over iedereen ontfermen. Multiculti, zonder wollen sokken. Onze wijk, daar moet je niet mee fokken.' Dat rapten de agenten van de Hoefkade recent in een video die zij online zetten. Zelf verklaarden ze hiermee 'de verbindingen te zoeken met de jeugd'. In hun eigen woorden: 'Wijkagenten Hoefkade connecten op street-level.'
Tekst loopt door onder video

Het filmpje
. Honderden mensen lieten weten het leuk te vinden. Maar er klonk ook kritiek. In de Haagse gemeenteraad bijvoorbeeld. Raadslid André Elissen van de PVV verklaarde dat het niet kon. 'Ik vind dat politiemensen overal iets van mogen vinden, maar dan vooral in hun privéleven. Het is geen goede ontwikkeling als zij politieke uitspraken gaan doen. In je functie dien je neutraliteit uit te stralen', zei Elissen midden januari.

Politieke lading

Volgens hem zou de rap ook een 'politieke lading' bevatten en daardoor zou die neutraliteit 'in het geding komen'. Vandaar dat hij een reeks schriftelijke vragen stelde aan de burgemeester.
Het college heeft in de rap geen controversiële zaken beluisterd die zouden kunnen worden opgevat als een politieke boodschap
Burgemeester Pauline Krikke

Maar die maakt er snel korte metten mee. Krikke: 'De clip is bedacht en uitgevoerd op teamniveau. Het format is bedoeld  als een eigentijdse poging om de (jeugdige) bewoners aan te spreken. De kosten zijn voor rekening van de Nationale Politie. Het college heeft in de rap geen controversiële zaken beluisterd die zouden kunnen worden opgevat als een politieke boodschap en ziet geen aanleiding om zich hierover te wenden tot de verantwoordelijke minister.'