Raad van State worstelt met Haags gebiedsverbod imam Fawaz

Imam Fawaz Jneid.
Imam Fawaz Jneid. © ANP
DEN HAAG - De Raad van State worstelt met de zaak over het gebiedsverbod van imam Fawaz Jneid in Den Haag. Dat gaf een van de drie rechters vrijdag aan bij het hoger beroep. Van de minister van Veiligheid en Justitie mag de imam niet in de Schilderswijk en Transvaal komen. Fawaz vindt dat hij hierdoor in zijn grondrechten wordt geschaad.
De maatregel is opgelegd omdat de uitbreiding van de dreiging van jihadisme een gevaar is voor nationale veiligheid. De minister ziet Fawaz als een verspreider van dit gedachtegoed. De advocaat van Fawaz, Ümit Arslan, zegt dat er niet opgeroepen wordt tot geweld of terrorisme. Het gebiedsverbod is volgens hem dus ten onrechte opgelegd. 'Ook is niet gebleken dat de maatregel noodzakelijk was.'
Het doel van de minister is het inperken van de vrijheid van meningsuiting en daar is deze wet niet voor bedoeld
Ümit Arslan - advocaat van Fawaz

'Verder wordt de maatregel vaak opgelegd op basis van geheime informatie. Niet te controleren dus', vervolgt de advocaat. 'De overheid wil Jneid de mond snoeren. Het doel van
is het inperken van de vrijheid van meningsuiting en daar is deze wet niet voor bedoeld.'

Bescherming kwetsbare mensen

Landsadvocaat Cécile Bitter zegt dat het niet gaat om meningen van Fawaz te verbieden maar om kwetsbare mensen in de Haagse wijken te beschermen. Daarom heeft de minister deze wet gemaakt. 'Mogelijke jihadisten krijgen het idee dat het van belang is om de islam te verdedigen', zegt de landsadvocaat. De imam zou volgens Bitter ook contact hebben gehad met uitreizigers naar Syrië.
'Er is een rolverdeling binnen het jihadisme. Niet iedereen neemt deel aan gewapende strijd, maar er zijn ook ondersteuners. Zelf plegen die personen geen strafbare feiten, maar ze spelen een onmisbare rol. Het gaat om gedragingen die niet strafbaar zijn maar cruciaal in de jihadistische bewegingen. De mening wordt niet inhoudelijk beperkt, er blijven genoeg andere communicatiekanalen over', aldus de landsadvocaat.

Uitspraak

De hoogste bestuursrechter worstelt met de materie, gaf een van de drie rechters aan het eind van de zitting aan. De Raad van State gaat nadenken, over zes weken is de uitspraak.