Waterleidingbedrijf Dunea moet miljoenenschade zien terug te halen bij ProRail

Impressie van station Bleizo
Impressie van station Bleizo
DEN HAAG - Waterleidingbedrijf Dunea moet de kosten voor het omleggen van een hoofdwaterleiding bij het nieuwe station Bleizo verhalen op ProRail. Dat blijkt uit een uitspraak van de Raad van State. Het bedrag van 3,8 miljoen kan niet worden teruggeëist van de gemeentes Zoetermeer en Lansingerland.
Voor de bouw van het nieuwe treinstation ten oosten van Zoetermeer moest Dunea 'ingrijpende maatregelen treffen voor het veiligstellen van haar grote transportleidingen'. Het gaat om een hoofdwaterleiding die 1,3 miljoen mensen van drinkwater voorzien. De kosten voor het vervangen van de leiding zijn volgens Dunea aanzienlijk hoger, omdat de leiding verzwaard en verstevigd moet worden.

Nadeelcompensatie

De Raad van State stelt dat Dunea een aparte schadeprocedure, een zogenoemde nadeelcompensatie, moet beginnen bij ProRail. Volgens Dunea heeft dat weinig zin omdat zo'n nadeelcompensatieregeling niet voor deze kwestie zou gelden, maar de Raad van State is daar niet zo zeker van.
Wel zal een eventueel nadeelcompensatiebedrag waarschijnlijk veel lager uitvallen dan de door Dunea geëiste 3,8 miljoen euro. Bij nadeelcompensatie moet namelijk het zogenoemde gewone maatschappelijke risico worden verrekend. Dat betekent dat Dunea er sowieso rekening mee had moet houden dat ze eens in de zoveel jaar een hoofdwaterleiding moet vervangen. De leiding die vervangen moet worden is al meer dan 15 jaar oud.

Klanten de dupe

Dunea meent dat ProRail of de gemeente voor die extra kosten moet opdraaien, omdat ze die rekening anders moet doorschuiven naar haar klanten: de afnemers van het drinkwater. Dunea weet nog niet of het naar aanleiding van de uitspraak een aparte schadeprocedure gaat opstarten. 'Dat gaan we nu uitzoeken', zegt een woordvoerder. Maar het bedrijf zegt er wel alles aan te willen doen om te voorkomen dat de klanten worden gedupeerd 'vanwege de aanleg van het spoorwegstation'.