Rekenkamers vier grote steden slaan alarm over de daklozenopvang

DEN HAAG - De vier grote steden Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht (G4) zorgen niet genoeg voor passende daklozenopvang. De rekenkamers van de G4 slaan hierover gezamenlijk alarm. Ze hebben een brief gestuurd aan staatssecretaris Blok van Volksgezondheid en de Tweede Kamer.
De rekenkamers deden ieder afzonderlijk een onderzoek naar de daklozenopvang in de vier steden. Dat hebben ze gedaan omdat het aantal dak- en thuislozen, na een jarenlange daling, weer lijkt toe te nemen. Ook is de populatie diverser geworden.
De uitkomsten van het onderzoek hebben de vier rekenkamers gebundeld in de brief aan de Kamer en de staatssecretaris. De steden blijken er alle vier onvoldoende in te slagen om de daklozenopvang te verbeteren. Ook Den Haag schiet te kort. Dat bleek begin dit jaar uit het rapport 'Van de straat' van de rekenkamer Den Haag.

Verder achteruitgang

Zo zijn er te weinig plaatsen in de eerste opvang. Daarnaast leidt het wachten op begeleiding en opvang vaak tot verdere achteruitgang van de cliënt in kwestie. Ook na plaatsing schiet de ondersteuning vaak tekort. Bovendien werken de vier grote steden op het gebied van daklozenbeleid minder samen, terwijl ze veel van elkaar zouden kunnen leren.
'Utrecht heeft bijvoorbeeld teams die de straat op gaan om daklozen op te zoeken', vertelt Watze de Boer van de rekenkamer Den Haag. 'Dat zou hier in Den Haag ook goed zijn want dan ben je preventief bezig. Aan de andere kant is Den Haag al veel verder met het opvangen van speciale groepen. Dan gaat het bijvoorbeeld om gezinnen maar ook het opvangen van economische daklozen.'

Samenwerken

De rekenkamers van de G4 willen met de brief aan het kabinet en de Kamer aandacht vragen voor het probleem in de steden. De Boer: 'We willen niet richting het rijk zeggen: gij zult dit of dat doen want daklozenopvang is een taak van de gemeenten. Wel hebben we de in het verleden gezien dat de vier grote steden, mede met hulp van het rijk, goed samenwerkten op het gebied van de daklozenopvang. Dat is de laatste jaren een stuk minder geworden. Wij hopen dat het rijk hier weer een rol in kan spelen.'
De gemeenteraad eiste in een raadsvergadering half februari dat de opvang zou verbeteren en nam in meerderheid verschillende voorstellen aan. Zo wordt de winterregeling in de wintermaanden permanent ingevoerd, dus niet alleen als het vriest, komen er kleinere opvangvoorzieningen en wordt het aantal bedden voor zieke daklozen uitgebreid. Wethouder Karsten Klein (CDA) beloofde in dezelfde vergadering dat hij voor de zomer met een plan komt om de daklozenopvang te verbeteren.