As-Soennahmoskee krijgt belastingvoordeel zonder aan regels te voldoen

De As-Soennah moskee
De As-Soennah moskee © Omroep West
DEN HAAG - De as-Soennahmoskee in Den Haag krijgt als 'goed doel' belastingvoordelen, maar voldoet niet aan de voorwaarden die daarvoor gelden. De moskee heeft een zogeheten ANBI-status. Die geldt voor stichtingen die van 'algemeen nut' zijn. Zo'n stichting moet haar financiële huishouding publiceren. Dat doet as-Soennah niet, zo schrijft staatssecretaris Menno Snel van Financiën in antwoord op kamervragen van Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA). Toch verliest de stichting het belastingvoordeel niet omdat het een religieuze instelling is.
In de as-Soennahmoskee zijn in het verleden preken gehouden over vrouwenbesnijdenis en het doden van mensen wegens overspel. Staatssecretaris Snel geeft toe dat 'het aanbevelen van vrouwenbesnijdenis en het stenigen van mensen geen zaken van algemeen nut zijn.' Het nieuwe moskeebestuur zegt dat deze standpunten nu niet meer worden uitgedragen. De moskee ziet ook af van subsidie. Eerder was er ophef over buitenlandse financiering van de moskee.
Uit de antwoorden van Snel blijkt dat religieuze ANBI-stichtingen die niet aan de voorwaarden voldoen hun status toch niet verliezen. De Belastingdienst blijkt voor religieuze instellingen niet zo streng als voor niet-religieuze. De ANBI-status biedt niet alleen bepaalde belastingvoordelen aan een stichting, maar ook aan donateurs van die stichting: giften zijn aftrekbaar van de belasting.

Schokkend

CDA-kamerlid Omtzigt noemt de antwoorden van Snel 'nogal schokkend'. Over het feit dat de as-Soennahmoskee geen financiële stukken publiceert zegt hij: 'geen idee dus hoeveel geld daar om gaat en waar het vandaan komt.'
Verder blijkt uit de antwoorden van de staatssecretaris dat alle buitenlandse overheidsinstellingen in Nederland, zogeheten buitenlandse publiekrechtelijke lichamen, in aanmerking komen voor de ANBI-status. Dat geldt dus ook voor een aantal voorbeelden die Pieter Omtzigt aan de staatssecretaris heeft voorgelegd: het Turkse ministerie van godsdienstzaken Diyanet, de Iraanse atoomenergie organisatie, de Noordkoreaanse gevangenis- en concentratiekampen en overheidsorganisaties uit Sudan, een land waarvan de president wordt verdacht van genocide. Omtzigt vindt dat de definitie van 'goed doel' in de ANBI-wetgeving moet worden aangepast.