COLUMN: Totalitaire willekeur

DEN HAAG - De vraag is vele malen gesteld, in meer of minder vriendelijke bewoordingen. 'Waarom vervolg je iemand voor het beledigen van Erdogan?' Het antwoord is simpel: omdat er aangifte is gedaan van een strafbaar feit. Daar niks mee doen, zou precies het soort totalitaire willekeur zijn wat je van jouw Openbaar Ministerie niet wilt hebben.
Er is het nodige over gezegd en de gevoeligheid begrijp ik wel. Ik lees ook kranten en opiniestukken, en ik weet dat mensen over deze meneer een mening hebben. Dat neemt niet weg dat we in dít land afspraken hebben over hoe we met elkaar omgaan. Ik zou juist zeggen: vlag uit dat we daarvoor staan!
Journalisten mogen hier, binnen de grenzen van de wet, schrijven wat ze willen. Doorgaans goed geïnformeerd en gedocumenteerd. Maar een heuse journalist schreef zowaar in zijn column dat ik in opdracht van Erdogan zou handelen. Ik hoop maar dat hij dit komisch prikkelend bedoelde, anders moet hij terug naar de journalistenschool. Kom op zeg.
Wij bedrijven geen politiek en wij zijn niet van de ethiekpolitie. Om maar even het beeld weg te nemen dat meneer Erdogan mij heeft gebeld en gezegd: goh Bart, doe er eens wat aan.
Want laten we toch even de nuance terugbrengen die overal lijkt verdwenen: deze verdachte stuurde volgens ons mailtjes naar de ambassade. En de plaatsvervangend ambassadeur voelde zich door die mailtjes beledigd.  Volgens mij kunnen we ons daar allemaal wel iets bij voorstellen. Burgers en politici maken elkaar hier geregeld voor rotte vis uit en komen dan vragen of justitie dat wil aanpakken.
De belediging van een bevriend staatshoofd, die hebben we ambtshalve opgepakt. Gaat dat artikel binnenkort verdwijnen? Misschien. Moeten we daarom dan nu maar niks meer doen? Zou kunnen. Maar vooralsnog geldt het gewoon. En dan nog: de "gewone" belediging blijft bestaan, dus de aangifte van de plaatsvervangend ambassadeur blijft overeind.
Tot slot, voor eenieder die er een waardeoordeel in dacht te zien: een 'bevriend staatshoofd' is een leider van een land waarmee we niet in oorlog zijn. Niet meer en niet minder. Gelukkig hebben we er daarvan heel veel. En hoeven we in het strafrecht niet te kijken of we die aardig vinden of niet. Vrouwe Justitia is geblinddoekt. Wij kijken dus niet naar de persoon.