Steun of geen steun, Migratiemuseum gaat gewoon open

Naar Holland
Naar Holland © Migratie Museum
DEN HAAG - Het Migratie Museum gaat toch open ondanks het feit dat het volgend jaar geen subsidie krijgt van de gemeente Den Haag. Volgens directeur Wim Manuhutu is het beter gewoon te beginnen en te laten zien dat het museum een aanwinst is voor Den Haag. Het museum wil de laatste vier maanden van dit jaar gebruiken voor lezingen en tentoonstellingen in voormalig theater en zalencomplex Concordia aan het Hoge Zand. Het hoopt zo de politiek over te halen toch nog subsidie te geven.
Vanaf 22 september is de eerste tentoonstelling. Die gaat over de komst van ruim 350.000 landgenoten van het vroegere Nederlands-Indië naar Nederland. De komst van zoveel 'Oosterse Nederlanders' was de eerste migratiestroom waar Nederland mee te maken kreeg na de Tweede Wereldoorlog. De meesten vertrokken tussen 1945 en 1969 naar aanleiding van de onafhankelijkheid van Indonesië, omdat ze Nederlands staatsburger wilden blijven.
In de nieuwe republiek werd het voor hen steeds lastiger om te blijven. De grote overzeese reis naar Nederland volgde, maar eenmaal in Nederland was het moeilijk om een nieuw bestaan op te bouwen, onder meer door onbegrip en afgunst van de bevolking. Zo waren er misverstanden over voorzieningen die Indische Nederlanders, de zogenoemde Indo's, al dan niet zouden krijgen van de overheid.

Den Haag Indische stad

De tentoonstelling 'Naar Holland' laat volgens directeur Wim Manuhutu zien wat andere groepen migranten ook ervaren: het zoeken naar een eigen plek en positie in een nieuwe maatschappij, discriminatie en acceptatie. Het gaat onder meer om ervaringen en verhalen van betrokkenen, met de nadruk op de periode van 1952 en 1956. Den Haag, waar ruim de helft van de bevolking een migratie-achtergrond heeft - zowel westers als niet-westers - was van oudsher een 'Indische' stad en kreeg door de instroom nog meer Indo's binnen de grenzen. De expositie loopt tot en met 28 oktober.