Allie werkt een halve eeuw als stratenmaker: 'Elke dag ga ik met plezier naar mijn werk'

DEN HAAG - Al 50 jaar werkt hij bij dezelfde werkgever en nog altijd is hij zijn baan niet beu. Stratenmaker Allie Gordeau (64) heeft maandag een bijzonder jubileum gevierd: na een halve eeuw in dienst van de gemeente Den Haag kreeg hij uit handen van wethouder Richard de Mos een bloemetje en een gemeentespeldje.

Het geheim van een halve eeuw voor één werkgever werken? 'Elke dag met plezier naar je werk gaan', zegt Gordeau. 'Je bent in alle vrijheid op straat bezig, je maakt een praatje, je werkt hard en je ziet het resultaat van je inspanningen. Wij doen de spoedklusjes in de wijken - een scheefhangend verkeersbord, gaten in de weg vullen of wat zwerfvuil opruimen - en daar hebben de mensen waardering voor. En thuis heb ik een prachtige vrouw waar ik nog graag achteraan loop. Dat scheelt ook.'
Ook al begint hij fysiek te merken dat hij op leeftijd begint te raken, eerder stoppen met werken komt niet in hem op. 'Mijn manager zei al: je kunt er altijd vroeger uit. Maar dat hoeft niet hoor, want ik werk nog lekker twee jaartjes door tot mijn 67ste en dan vind ik het mooi geweest. Af en toe krijg ik een injectie van mijn arts. Laatste had ik last van mijn hand, een zogheten 'koetsiershand'. Ik kon de stenen even niet meer stevig vastgrijpen. Na mijn operatie doet alles het weer, al werk ik niet meer op 130 procent, maar gewoon 100 procent.'

'Kun je zwemmen?'

In 1968 begon de toen 14-jarige Gordeau bij de gemeente, de eerste 25 jaar als stratenmaker. 'Ik zal nooit vergeten dat ik met m'n collega's op een bruggetje bij de Meppelweg stond. 'Hey Gordeau', zeiden ze dan, 'Je kunt misschien wel goed bestraten, maar kun je ook zwemmen?' En toen gooiden ze me in de sloot. Die tijd is helaas voorbij', lacht Gordeau.
Trots is de Hagenaar vooral op de mooie sierbestrating die hij ooit legde rond de Grote Kerk in de Haagse binnenstad. 'Dat was mooi werk. Ook denk ik met veel plezier terug aan die keer dat ik als jonge leerling-straatmaker naar Utrecht moest. Daar werd een bestratingswedstrijd gehouden en ik was de beste van mijn klas. Daar was mijn familie bij en in die tijd heb ik ook mijn vrouw leren kennen. We zijn nog steeds gelukkig samen.'