Hoe diefstal van melk en een scheerapparaat het de rechter moeilijk maakt

Schrijvers van de rubriek 'Bij de politierechter'| Tekening: Theresa Hartgers
Schrijvers van de rubriek 'Bij de politierechter'| Tekening: Theresa Hartgers
DEN HAAG - 'Bent u wat gespannen mevrouw?', vraagt de rechter als de zitting begint. 'Ik zou zeggen: dat is bijna niet nodig', stelt hij haar gerust. Laetitia zit weggedoken in haar witte sjaal. Ze moet terecht staan voor winkeldiefstal. Dat is niet voor het eerst. Deze keer zou ze melk en scheerapparaten hebben gestolen bij een supermarkt.
Dit lijkt een simpele zaak. Laetitia heeft bij de Albert Heijn voor 270 euro aan spullen in haar tas gestopt en niet afgerekend, geeft ze zelf toe. Het ingewikkelde zit hem dan ook niet in het gepleegde feit, maar in de vraag: waarom heeft ze het gedaan? En, wat voor straf moet ze krijgen?
Als de rechter met Laetitia in gesprek gaat blijkt al snel dat ze veel problemen heeft. Haar kind is uit huis geplaatst. Haar relatie loopt niet lekker en ze herstelt niet goed van een maagverkleining. 'De artsen zeggen dat de operatie goed is gegaan, maar ik heb nog altijd klachten', vertelt ze met een zachte stem.

Frustratie en stress

Na de operatie raakt ze depressief en wordt ze, ook vanwege haar reuma, volledig afgekeurd. Dat zorgt voor een hoop frustratie en stress, blijkt uit een rapport van de reclassering. 'De zinloosheid van het bestaan', zet haar aan tot stelen concluderen de deskundigen. Ze doet het niet voor het geld.
Dan de strafeis: 'Eigenlijk is een gevangenisstraf op zijn plaats', zeg de officier van justitie. Maar hij ziet ook wel in dat het door haar gezondheid moeilijk is voor Laetitia om in de cel te zitten. Dus eist hij een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken.

Volgende keer de cel in

Daarbij zet hij wel een kanttekening: 'U krijgt ruimte om uit het dal te komen. Maar er komt een moment dat de belangen voor de maatschappij zwaarder gaan wegen dan uw belangen'. Vrij vertaald: volgende keer gaat u wel de cel in, als het aan het Openbaar Ministerie ligt.
Haar advocaat is het er wel mee eens dat Laetitia niet de cel in hoeft. Hij denkt dat ze de diefstallen onder invloed van haar geestlijke stoornis heeft gepleegd. 'Het is haar maar deels toe te rekenen.' De raadsman vindt een voorwaardelijke straf wel een goed plan, een voorwaardelijke werkstraf. En geen voorwaardelijke celstraf.

Het mag gewoon niet

'Winkeldiefstal mag niet, simpel. Het zijn spullen van een ander', de rechter heeft inmiddels het woord genomen. Hij vindt een werkstraf een gepasseerd station. Op rustige toon, legt hij uit dat Laetitia wel degelijk een celstraf verdient. 'Het zal moeilijker zijn voor u, maar ook in de cel zijn mogelijkheden'.
Dat ze de diefstallen pleegde vanwege haar psychische problemen ziet de rechter niet als bewijs. 'Ik zie dat u problemen heeft, maar ik houd u wel verantwoordelijk voor de diefstal.' De rechter legt dezelfde straf op als de officier van justitie heeft geeist: vier weken voorwaardelijk. Als hij de straf heeft opgelegd vraagt de rechter: 'Hoe is het nu met de spanning?' Laetitia reageert schuchter, die is nog niet veel minder.
In het kader van de privacy is de naam van de verdachte gefingeerd.
Dit is een artikel in de reeks 'Bij de politierechter.' Meer verhalen lezen?