Wat zit er nou allemaal in en om de N211?

DRIEBRUGGEN - Straatlantaarns met zonnecellen, asfalt dat wordt gemaakt bij een lagere temperatuur waardoor het minder belastend is voor het milieu, zonnepanelen in bankjes, in het fietspad en op daken in de omgeving, een systeem dat warmte in de weg opslaat en kan gebruiken als het gaat vriezen zodat de weg juist wordt verwarmd. Het zijn maar enkele nieuwigheden in de N211 van Poeldijk naar Den Haag, waardoor de weg stukken 'schoner' is dan vergelijkbare wegen.
De maatregelen die zijn genomen vallen eigenlijk in twee delen uiteen: de manier waarop de weg is aangelegd en nieuwigheden in de weg zelf en er langs. Eigenlijk is de N211 een proeftuin voor de nieuwe ideeën. Als blijkt dat het goed werkt, wordt het ook gebruikt bij andere wegen. Mocht blijken dat er toch haken en ogen zitten aan deze methodes, dan krijgen de innovaties geen vervolg of worden ze aangepast.
De punten op een rijtje:
  • Laag Energie Asfalt Beton: er is asfalt gebruikt dat gemaakt wordt bij temperaturen beneden de 100 graden. Normaal wordt asfalt gefabriceerd bij een temperatuur van 165 graden. Je hoeft minder te stoken dus om dezelfde hoeveelheid asfalt te maken. Dat is een besparing van 1032 ton CO2.
  • Vlak wegdek: het wegdek van de nieuwe N211 is erg 'vlak'. Dat betekent dat automobilisten minder gas hoeven te geven om erover heen te rijden, want de wielen draaien er een stuk soepeler. Een extreme vergelijking: je moet op een fiets keihard trappen als je door rul zand wil fietsen, via een fraai fietspad  ben je zo thuis. Dat werkt ook bij auto's zo. En als je je auto minder hoeft te laten werken, stoot je minder CO2 uit. Volgens een woordvoerder wordt de remweg van een auto niet langer omdat het wegdek wielen welliswaar soepeler laat rollen, maar de banden wel dezelfde grip geeft bij remmen.
  • Minder kuiltjes in de weg: een auto is best zwaar en asfalt is wat elastisch. Je rijdt dus bijna altijd tegen miniscule heuveltjes op omdat je wagen nu eenmaal wat wegzakt in de weg. Bij de N211 is het asfalt stijver gemaakt waardoor auto's minder wegzakken. Auto's verbruiken minder brandstof en stoten dus ook minder broeikasgas uit.
  • Houten palen voor verkeerslichten: normaal sta je stil voor een verkeerslicht dat hangt aan een metalen paal. Niet op de N211. Daar moet je wel gewoon stoppen, maar de lichten hangen aan een houten portaal. Dat is een stuk milieuvriendelijker omdat het volgens de uitvoerders 'duurzaam en herbruikbaar' is.
  • Houten bushaltes: de bushokjes die langs de N211 zijn neergezet zijn ook van hout. Hiervoor geldt hetzelfde als voor de houten palen waar de verkeerslichten aanhangen: het is minder belastend voor het milieu.

  • Zonnecellen in 'dynamische' straatlantaars: in de lampen langs de weg zijn zonnecellen ingebouwd. Maar overdag - als de zon schijnt - staan de lampen uit, dus wat heb je eraan? 'Veel', denken de bouwers want de energie wordt opgeslagen en gebruikt als het nodig is. Daar komt nog bij dat de verlichting minder fel brandt als er weinig verkeer is.

  • Bamboeborden: de borden langs de kant zijn gemaakt  van bamboe. Dat groeit snel en is een natuurproduct, dus 'duurzaam'.
  • Zonnepanelen langs de weg: op veel plekken zijn zonnepanelen aangebracht. Zo is er een zonnepanelenboom ontwikkeld; een hele stapel zonnepanelen die gezellig bij elkaar staan in de vorm van een boom. Dit wordt gezien als 'ontmoetingsplek'. Er zitten zonnepanelen in bankjes die bij die 'boom' staan, bushokjes langs kant hebben ook zonnepanelen. Met de energie kunnen mobiele telefoons en e-bikes worden opgeladen. En er is een hele haag zonnepanelen geplaatst die als een soort geluidsscherm langs de weg staat. Deze haag is groen en valt niet enorm op. Op daken van bedrijven in de omgeving zijn ook panelen geplaatst.
  • Zonnepanelen op en in de weg: er liggen zonnepanelen in het fietspad langs de N211. Die zijn afgedekt met een speciale toplaag zodat fietsers er niet over uitglijden. Dit levert stroom op, de warmte van de zon wordt gewonnen met warmtecollectoren in de weg zelf. Met een speciaal systeem wordt warmte opgevangen en opgeslagen zodat het later gebruikt kan worden om de weg te verwarmer. Maar ook kassen en bedrijven kunnen de warmte gebruiken.

  • Speciale tegels: bij het fietspad en de bushaltes liggen geen tegels van cement, maar van een speciale kleisoort. Dit wordt geopolymeer genoemd. Als dit vervangen moet worden, kun je de tegels verbranden zonder dat daar CO2 bij vrijkomt.
  • Bij alle wegwerkzaamheden stonden borden met oplichtende teksten langs de weg. Die werkten ook op zonne-energie en het oude asfalt wordt milieuvriendelijk schoongemaakt met schimmels.

De weg is zo'n 10 procent duurder dan een 'normale' weg. Maar een woordvoerder van de provincie zegt dat dat vooral komt doordat er nieuwe productieprocessen moesten worden bedacht en opgestart. De provincie beheert 500 kilometer aan wegen en de woordvoerder verwacht dat als nog twee of drie stukken weg op deze manier worden omgebouwd, de kosten niet hoger zijn dan bij traditionele wegenbouw.

Nog een weg aangepakt

Het blijft niet bij dit ene project. De N470 tussen Delft en Zoetermeer wordt ook milieuvriendelijk aangepakt. Ook hier geldt dit project als een proeftuin voor nieuwigheden. De innovaties die hier worden toegepast zijn weer anderen dan nu in de N211 zitten.