'Geen heroïnespuit en halve liter bier, maar normale mensen'

DEN HAAG - De komst van een daklozenopvang in het voormalige Juliana Kinderziekenhuis aan de Sportlaan in Den Haag, heeft niet alleen bij de bewoners van de Vogelwijk veel losgemaakt, maar ook bij de toekomstige bewoners van de daklozenopvang zelf. Twee van hen, Alan en Farried, zijn niet blij met het beeld dat veel mensen van een dakloze hebben. 'De nachtopvang zit bomvol normale mensen', zeggen ze.
In het pand aan de rand van de Vogelwijk worden voor het einde van het jaar negentig daklozen tijdelijk gehuisvest. Niet alle omwonenden zijn hier even blij mee, bleek onlangs tijdens een bewonersbijeenkomst. 'Waarom is er vooraf geen overleg geweest met de buurtbewoners en wordt alles zo snel beslist?', vroeg een bewoner zich af.
Die angst is voor een groot deel ongegrond en gebaseerd op het stigma dat aan een dakloze kleeft, vindt Alan. Hij is dakloos en verblijft noodgedwongen in de opvang van de Kessler Stichting. In een reactie op de bijeenkomst schreef hij een openhartige brief. Samengevat schrijft hij:
'Beste Vogelwijkers, Ik ben zelf dakloos en zelden heb ik mij ergens zo onwelkom gevoeld. Nu weet ik wel dat de bijna tastbare weerstand niet tegen mij persoonlijk gericht was, maar tegen het stigma dat ik vertegenwoordig. Naarmate de avond vorderde en ik het ene vooroordeel na het andere te horen kreeg, begon ik mij af te vragen of de mensen eigenlijk wel een goed beeld hebben van wat het is om een dakloze in 2018 te zijn. De nachtopvang zit vol. Bomvol. En voor het overgrote deel met normale mensen die op zoek zijn naar rust, privacy en veiligheid. We zijn zeker niet allemaal onverzorgde zwervers die met een halve liter bier of een heroïnespuit in een speeltuin gaan liggen loeren naar kleine kinderen.'

Junk of alcoholist

Zijn medebewoner Farried Mohan sluit zich hierbij aan. 'Vroeger dacht ik bij een dakloze ook meteen aan een junk of een alcoholist. Maar het kan iedereen overkomen. De mensen die bij ons in de nachtopvang zitten gaan gewoon naar school, ze werken, hebben een goed salaris. Ze hebben alleen geen huis.'
Desondanks begrijpt Farried de angst van de buurtbewoners wel. 'Ik begrijp dat mensen bang zijn dat wij misschien overlast gaan veroorzaken, maar dat is niet zo. Doordat we terecht kunnen in de opvanglocatie aan de Sportlaan, hebben we onderdak en hoeven we niet op straat te zwerven', aldus Farried.

'Ik kreeg onenigheid met mijn werkgever'

Farried raakte twee jaar geleden dakloos. 'Ik woonde en werkte in een hotel. Toen kreeg ik onenigheid met mijn werkgever en daardoor stond ik op straat'. Doordat Farried geen vast adres had, kreeg hij geen post meer. 'Hierdoor heb ik een heleboel rekeningen en aanmaningen niet op tijd gezien en zo begon alle ellende.'
Net zoals Farried, belandde Alan ook noodgedwongen in de opvang. Hij werkte jarenlang als journalist in Suriname. Toen hij terugkeerde kon hij, mede door de woningnood, geen eigen woning krijgen.