COLUMN: Bloopers in toga

DEN HAAG - Ik wil u graag mijn toga laten zien. Dit is 'm. Ik draag hem niet vaak, omdat ik als hoofdofficier nu eenmaal niet zelf op zitting sta. Maar toch voel ik er wel enige trots bij. En als ik hier onder collega's rondvraag, blijkt dat achter veel toga's mooie verhalen schuil gaan.
Noem het ouderwets, als je wilt. Maar wij vinden het bijzonder dat we de toga mogen dragen. Al is het maar door de traditionele gedachte die honderden jaren teruggaat.
Een toga maakt verschillen in rijkdom en afkomst onzichtbaar. In toga zien we er allemaal hetzelfde uit. Als officier sta je daar ook niet als Jantje die net een nieuw horloge heeft, of als Pietje die van kersttruien houdt. Je staat er als vertegenwoordiger van de samenleving. Het zwart staat voor de afwijzing van ijdelheid, het wit van de bef voor neutraliteit.
Veel officieren van justitie kregen hun eerste toga van hun ouders, trots als een pauw dat hun kind na jaren studeren zo ver is gekomen. Misschien komt dat trouwens ook wel gewoon omdat ze voor een net afgestudeerde grof geld kosten; toga's worden allemaal met de hand gemaakt.
Soms zijn die net afgestudeerden creatief. Toen hier ooit een hele groep nieuwe officieren werd aangesteld, besloten ze samen hun toga's te kopen. Iemand wist wel een adresje en zo konden ze misschien een dealtje sluiten.
Het scheelde ze wat centen, maar de kwaliteit bleek niet al te best. Als je hier de kamers langsgaat, kun je ook tien jaar later nog aan de smoezelige toga's zien we er bij dat clubje hoorden. Al hebben de meesten hun toga inmiddels wel vervangen.
Een andere collega vond een toga in de kelder van haar studentenhuis. In een vuilniszak, helemaal stoffig en met een kapotte boord. Ze heeft hem laten oplappen en heeft nu een toga met een eigen persoonlijke herinnering.
Weer anderen laten er een eigen persoonlijk tintje in maken. Gewoon de naam geborduurd, of een felroze voering, of juist een panterprintje. Misschien voor wat extra pit op zitting...
Gelukkig valt er met die serieuze zwarte gewaden ook te lachen, want ze zorgen soms voor de nodige bloopers. Als man is het sowieso even wennen, lopen in een jurk. Als je het podium op stapt, is het opletten geblazen dat je niet over je eigen toga struikelt.
Eenmaal op je stoel raakt de toga al snel verstrikt in de wieltjes. Zeker als je als jonge officier nog wat zenuwachtig op je stoel heen en weer zit te wiebelen. Als je dan wordt aangekondigd: "De officier van justitie!",  kun je wel door de grond zakken als je bij het opstaan pardoes weer terug in je stoel wordt getrokken.
Dossiers zijn ook niet veilig. Want heeft u onze mouwen wel eens gezien? Daarmee maai je zomaar je bekertje koffie over tafel als niet goed oplet. Heel je requisitoir naar de haaien!
Kortom, de toga kent ook wel zijn ongemakken. Desondanks zouden wij niet zonder willen.
Uw hoofdofficier,
Bart Nieuwenhuizen
Reageren? Stuur Bart een mail via bartnieuwenhuizen@omroepwest.nl
Alle columns van Bart zijn gebundeld op een aparte pagina