Vijf vragen over: het standbeeld van Aletta Jacobs

Aletta Jacobs
Aletta Jacobs © Haagse Beeldbank
DEN HAAG - In 2019 wordt er een standbeeld van Aletta onthuld in Den Haag. De gehele Haagse gemeenteraad staat achter het voorstel van de PvdA die meer standbeelden wil van vrouwen die wat hebben betekend voor de samenleving. Jacobs is mogelijk het eerste in een reeks standbeelden. Maar nu de vraag: wie was Aletta Jacobs en waarom moet er een standbeeld van haar in Den Haag komen? Wij zochten het uit.

Waarom komt er een standbeeld van Aletta Jacobs in Den Haag?

De belangrijkste reden is een initiatiefvoorstel van de PvdA. De partij dringt aan op meer beelden van vrouwen in de stad. De marmeren en stenen beeltenissen in de hofstad zijn op dit moment vooral mannen. Daarnaast is het in 2019 honderd jaar geleden dat het vrouwenkiesrecht werd ingevoerd. Aletta Jacobs was een groot voorvechter van gelijke rechten voor mannen en vrouwen en krijgt op deze manier extra waardering.
De hele Haagse gemeenteraad steunt het plan van de PvdA. Burgemeester Pauline Krikke verwoordde de erfenis van Aletta Jacobs goed. 'Ik ben schatplichtig aan haar', zei ze. 'Zonder haar en haar inzet voor het algemeen kiesrecht, zou ik nooit de eerste vrouwelijke burgemeester van Den Haag zijn geworden en konden vrouwen geen raads- of Kamerlid zijn. Vrouwen zouden dan dus niet in de politiek zijn vertegenwoordigd.'
Wie was Aletta Jacobs?
Aletta Jacobs was arts en feministe. Ze werd in 1854 geboren als achtste van elf kinderen in een joods gezin. Het Groningse Sappemeer was haar geboortegrond. Het grote gezin kende enkele vooruitstrevende leden. Zo was haar broer Eduard als burgemeester van Lonneker de eerste joodse burgemeester van Nederland. Haar zus Charlotte was bijvoorbeeld de eerste vrouwelijke apotheker van Nederland.
De bekendste telg van vader Abraham Jacobs en moeder Anna de Jongh was echter Aletta. In 1871 werd ze als tweede vrouw in de Nederlandse geschiedenis toegelaten tot de universiteit. Haar vroege voorgangster was Anna Maria van Schurman, twee eeuwen eerder in de zeventiende eeuw. In tegenstelling tot Schurman ontving Jacobs haar bul wel en zo mocht ze zichzelf in 1878 arts noemen. Na haar afstuderen aan de Rijksuniversiteit Groningen ging ze naar Londen toe. In de Britse hoofdstad specialiseerde ze zich in kindergeneeskunde en als vrouwenarts.
Door haar rol in de universitaire en medische wereld werd Jacobs een belangrijk gezicht in de eerste feministische golf. Deze beweging wilde onder andere vrouwenkiesrecht en gelijkheid in het huwelijk. Zo was Jacobs voorzitter van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht en had ze een zogeheten vrij huwelijk met haar man Carel Victor Gerritsen. In 1892 trouwde ze om praktische redenen toch voor de wet.
In 1919 kreeg Nederland algemeen stem- en kiesrecht. De daden van Jacobs werden in die jaren daarna steeds meer gewaardeerd. In 1923 kreeg ze bij leven een gedenksteen in Amsterdam. Ze heeft daar zes jaar van kunnen genieten. In 1929 overleed ze op 75-jarige leeftijd in Baarn.
In de 21ste eeuw werd er ook op andere manieren aandacht besteed aan de erfenis van Jacobs. Zo werd ze in 2004 als elfde gekozen bij de verkiezing van grootste Nederlander aller tijden. Twee jaar later werd ze opgenomen in de Canon van Nederland.
Zijn er dan helemaal geen vrouwelijke standbeelden in Den Haag?
Er zijn wel standbeelden van vrouwen in Den Haag. Zo staat er bijvoorbeeld op de Groot Hertoginnelaan een standbeeld van Eline Vere. Vere is de hoofdpersoon en naamgever van het magnum opus van Louis Couperus en een fictief persoon. Ook koningin Wilhelmina is als bronzen verschijning te vinden in Den Haag. De vrouw die vijftig jaar over Nederland regeerde is als kunstwerk te vinden schuin tegenover Paleis Noordeinde.
Daarnaast zijn er nog vrouwen te vinden als onderdeel van religieuze kunstwerken. Maar in vergelijking met de stenen mannen in Den Haag is het een te verwaarloze aantal. De mannelijke Oranje-Nassaus, minister-presidenten en oorlogshelden zijn in grote aantallen over de binnenstad verspreid.

Waar komt het standbeeld van Aletta Jacobs te staan?
Het standbeeld van Jacobs komt bij de Hofvijver te staan. De precieze plek is nog onbekend. Het is vlakbij het politieke hart van Nederland. Ze kijkt dan uit op het Binnenhof, waar het tegenwoordig normaal is dat ook vrouwen het volk vertegenwoordigen.
In de Tweede Kamer zelf is ook al een beeld van een andere voorvechtster voor vrouwenkiesrecht. In 1918 kwam Suze Groeneweg in de Tweede Kamer namens de SDAP. Een voorloper van de PvdA, de initiator voor het standbeeld van Jacobs.
Welke standbeelden zijn er nog meer rond de Hofvijver?
Voor de ingang van het Binnenhof staat een standbeeld van koning Willem II, zittend op zijn paard. Op een van de plakkaten die aan de sokkel zijn bevestigd staat: ‘Dit standbeeld is opgericht in 1924 ter vervanging van het oorspronkelijke dat naar Tilburg is overgebracht’.
Willem II was koning van Nederland tussen 1840 en 1849 koning van Nederland. Zijn belangrijkste wapenfeit was dat hij in 1848 Johan Rudolph Thorbecke de opdracht gaf tot een grondwetsherziening. In dit wetsvoorstel werden belangrijke zaken opgenomen zoals de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van onderwijs en vrijheid van drukpers.  
Ook Johan de Witt is vereeuwigd aan de randen van het Binnenhof. De belangrijkste man in Nederland tijdens het eerste stadhouderloze tijdperk (1650-1672). Vanuit de Plaats kijkt hij uit over de Hofvijver. Zijn standbeeld staat bijna op dezelfde plek als waar hij samen met zijn broer in 1672 door een woedende Haagse bevolking werd vermoord.  
Aan het Lange Vijverberg staat het standbeeld van Johan van Oldenbarnevelt. Tussen 1586 en 1618 was Johan van Oldenbarnevelt de spil in de politiek van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Samen met  Maurits van Oranje bouwde hij Nederland uit tot een machtig land met wereldwijd aanzien. In 1619 werd hij vermoord na een politiek geschil met Maurits.

Driehonderd jaar na zijn dood werd er volgens het communistische volksblad de Tribune ‘...een commissie gevormd om te komen tot een oprichting tot een monument voor Van Oldenbarnevelt’. In april 1940 was er vervolgens te lezen dat Oswald Wenckenbach de opdracht had gekregen om het beeld te maken. Wenckenbach was een bekend kunstenaar. Zo is het beeld van Cornelis Joppenszoon die de Spaanse hutspot vindt ook uit zijn handen afkomstig. Het staat sinds 1961 bij treinstation Leiden Lammenschans.
Door de Tweede Wereldoorlog en wederopbouw werd het standbeeld pas in 1954 voltooid. In juni van dat jaar kon de Haagse courant heugelijk melden dat het standbeeld op de Lange Vijverberg zou worden geplaatst. Uitkijkend op het Binnenhof, de plek waar de raadspensionaris had gewerkt en werd onthoofd. In november 1954 onthulde koningin Juliana het beeld van Van Oldenbarnevelt.
Het beeld staat vlakbij de plek waar vroeger het Groene Zoodje was. De executieplek van Den Haag waar tot in de achttiende eeuw veroordeelden lijfstraffen kregen of werden gedood lag op de kruising van de Plaats en de Lange Vijverberg. Een van de mannen die daar de dood vond was Reinier van Oldenbarnevelt. De zoon van Johan die een (mislukte) aanslag op Maurits had beraamd. In 1623 werd hij onthoofd.
Het laatste beeld aan de Hofvijver is dat van Jantje. Een mannetje dat wordt bezongen in een oudhollands kinderliedje. Volgens sommigen wordt er Jan I van Holland mee bedoeld; de zoon van graaf Floris de Vijfde. Volgens anderen kan het ook iemand uit een oude sage of een vergeten telg uit het middeleeuwse Hollandse huis zijn dat vele graven leverde.

Om het standbeeld heen staat de tekst van het rijmpje geschreven:

'In Den Haag, daar woont een graaf,

en zijn zoon heet Jantje,

Als je vraagt waar woont je Pa,

dan wijst hij met zijn handje.

Met zijn vingertje en zijn duim,

op zijn hoed draagt hij een pluim,

aan zijn arm een mandje,

“dag!” mijn lieve Jantje.'