Geen Nederlands praten en tóch een uitkering: het mag niet, maar de controle is vaag

© ANP
DEN HAAG - Het Haagse stadsbestuur weet niet hoeveel uitkeringen de gemeente verlaagt of stopzet van bijstandsgerechtigden die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen. Volgens de wet krijgen bijstandsgerechtigden die zich niet inspannen om de taal te leren, een korting op hun uitkering. Maar Den Haag registreert deze informatie niet. De VVD is verbaasd over de gang van zaken en vraagt zich af of de gemeente wel controleert of bijstandsgerechtigden die zich moeten laten bijscholen, hun verplichting nakomen.
Sinds 2016 geldt de Wet taaleis in Nederland. Dat betekent dat iemand die een bijstandsuitkering krijgt, verplicht is om de Nederlandse taal te beheersen. Gemeenten korten bijstandsgerechtigden op de uitkering als zij niet aan deze taaleis kunnen voldoen, behalve als de persoon zich inspant om zich de Nederlandse taal eigen te maken.
Uit antwoorden op vragen van de VVD in Den Haag blijkt dat de gemeente sinds de invoering van de taaleis in 2016, tot 1 oktober 2018 een kleine 26.000 bijstandsgerechtigden heeft gecontroleerd. Van deze groep beheerste 19,8 procent (5145) de taal onvoldoende. Hiervan moest 41,5 procent (2140) zich van de gemeente laten bijscholen en 58,5 procent (3005) kreeg een vrijstelling omdat ze al bezig waren met werk of een opleiding, niet leerbaar' waren, een inburgeringstraject volgden of vanwege medische of psychische redenen.

Verklaring

Volgens de regels moet de groep bijstandsgerechtigden die verplicht zijn om zich te laten bijscholen, snel actie ondernemen. 'Bijstandsgerechtigden die de Nederlandse taal in onvoldoende mate beheersen, moeten zich binnen een maand na deze constatering, bereid verklaren om te beginnen met het verwerven van de vaardigheden in de Nederlandse taal', antwoordt het college in de raadsbrief. 'Als ze deze verklaring niet afleggen, wordt de bijstandsuitkering gedurende zes maanden met twintig procent verlaagd.' Volgens het college heeft geen enkele bijstandsgerechtigde geweigerd om deze verklaring af te leggen.
Tegelijkertijd weet het college niet of en hoeveel uitkeringen zijn gekort of stopgezet. 'Er vindt geen specifieke registratie plaats van verlaging op stopzetting van bijstand vanwege onvoldoende inspanning om de taal te leren', schrijft het college. 'Daarom is niet vastgelegd hoeveel bijstandsgerechtigden een verlaging of stopzetting hebben gekregen om deze reden.'

Coalitieakkoord

De VVD in Den Haag vindt dat merkwaardig. 'In het coalitieakkoord staat dat als iemand aantoonbaar en verwijtbaar elke vorm van medewerking weigert om de taal te leren, hij wordt gekort op de bijstandsuitkering,' stelt VVD-raadslid Judith Oudshoorn. 'Dan is het zinvol om wel te registreren wanneer een uitkering wordt verlaagd of stopgezet, onder meer vanwege de aantoonbaar- en verwijtbaarheidseis die genoemd is in het akkoord.'
Bovendien vraagt de partij zich af wat de status is van de verklaring die bijstandsgerechtigden moeten afleggen die zich verplicht moeten laten bijscholen. 'Aan deze intentieverklaring lijken geen enkele vervolgstappen te zitten', zegt Oudshoorn. 'Maar voor de Haagse VVD gaat het niet om intenties. Het gaat om geboekte resultaten. De Nederlandse taal spreken is toch de beste manier om mee te doen? Ik wil weten wie er beter Nederlands is gaan spreken en wie er een baan heeft gevonden door deze intentieverklaring?'

Vrijstelling

VVD-collega Jan Pronk heeft nog een ander punt. 'Het college geeft aan dat bij controle is gebleken dat 5145 personen onvoldoende Nederlands spreken, maar ook dat meer dan 3000 van die 5145 mensen zijn vrijgesteld van de eis om de taal te leren', zegt hij. 'De VVD wil weten waarom zoveel mensen een vrijstelling kunnen krijgen, en op welke gronden. Worden deze mensen op een later moment nogmaals gecontroleerd?'
De VVD heeft nieuwe raadsvragen gesteld.