Van de vier grote steden is een parkeervergunning in Den Haag het goedkoopst
DEN HAAG - Inwoners van Den Haag betalen in 2019 fors meer voor hun parkeervergunning. Waar een vergunning voor bewoners van de meeste wijken in 2018 nog 37,20 euro kostte, wordt dat komend jaar 60 euro. Maar van de vier grote steden is een vergunning in Den Haag nog steeds het goedkoopst.
Dit blijkt uit een steekproef van de Vereniging Eigen Huis onder 53 gemeenten waar inwoners betalen voor een parkeervergunning. Daaruit blijkt dat van de vier grootste steden een inwoner van Amsterdam het meest voor een parkeervergunning betaalt: 535 euro per jaar. Een inwoner van Utrecht is 342 euro kwijt. De prijs in Rotterdam stijgt met maar liefst 71 procent tot 115 euro.
In andere steden in de regio die voorkwamen in de steekproef, namelijk Alphen aan den Rijn, Gouda en Rijswijk, blijft de prijs van een parkeervergunning gelijk. Daarbij is een inwoner van Gouda met 156 euro het duurst uit. Alphen aan den Rijn en Rijswijk volgen met respectievelijk 36 en 45 euro.
Sommige wijken goedkoper
Sommige inwoners van Den Haag hebben trouwens mazzel. Voor bewoners van de Vruchtenbuurt, de Bloemenbuurt en Laakkwartier-Oost is parkeren een stuk goedkoper. Zij betalen in 2019 slechts 13,20 euro, 60 cent meer dan in 2018.
Sommige inwoners van Den Haag hebben trouwens mazzel. Voor bewoners van de Vruchtenbuurt, de Bloemenbuurt en Laakkwartier-Oost is parkeren een stuk goedkoper. Zij betalen in 2019 slechts 13,20 euro, 60 cent meer dan in 2018.
