Toerisme wordt steeds belangrijker voor Den Haag

DEN HAAG - Het toerisme wordt een steeds belangrijker economische pijler voor Den Haag. Het aantal gasten dat in de stad overnacht, neemt verder toe. Dat zorgt ervoor dat ook steeds meer mensen een baan hebben in de 'vrijetijdseconomie'.
In 2017 nam de werkgelegenheid in de toeristische sector toe met 1730 banen. Die groei is vooral zichtbaar in overnachtingen, sport en recreatie, eet- en drinkgelegenheden en de kunstsector. Met als gevolg dat een op de tien Hagenaars inmiddels direct of indirect een baan in deze sector heeft.
Dat blijkt uit een groot onderzoek naar het toerisme in opdracht van de gemeente Den Haag. Wethouder Richard de Mos (Groep de Mos, economie) noemt het in een reactie ‘goed nieuws’ dat de sector nog steeds groeit. 'Dit zorgt voor meer omzet- en groeimogelijkheden voor onze ondernemers en meer werkgelegenheid voor praktisch opgeleiden. En die banen zijn hard nodig in Den Haag.'
Voor op landelijke trend
Het totaal aantal bezoekers met minstens één overnachting in Den Haag groeide in de periode 2013-2017 met 33 procent. En in 2017 loopt Den Haag met een groei van vijftien procent voor op de landelijke trend en groeide daarmee verhoudingsgewijs harder dan Amsterdam (plus 14 procent) en Rotterdam (plus acht procent). Alleen Utrecht deed het met plus dertig procent beter. Voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek duiden op een verdere groei in 2018.
Het stadsbestuur denkt dat het toerisme de komende jaren nog verder kan groeien. Het wil zich daarbij 'actief richten op het aantrekken van de kwaliteitstoerist die veel uitgeeft en op het aantrekken van bezoekers buiten het hoogseizoen'. Zo wordt bij themajaren vrijwel uitsluitend geprogrammeerd buiten het hoogseizoen.
Uit het buitenland
Uit de cijfers blijkt verder dat in 2017 dat iets meer dan de helft van de gasten die in Den Haag bleef overnachten uit het buitenland komt. Ook wordt duidelijk dat het aantal dagbezoeken uit Nederland met een toeristisch motief in 2016 weer vrijwel terug was op het niveau van voor de crisis in 2012. In 2017 is Den Haag negen miljoen keer bezocht door Nederlanders met een 'toeristisch motief'.
Winkelen, of tegenwoordig funshoppen, is nog steeds één van de belangrijkste doelen om Den Haag te bezoeken, maar het belang ervan neemt de laatste jaren verhoudingsgewijs af, net als bij andere steden. Dat komt omdat museumbezoek steeds vaker de belangrijkste reden wordt om een stad te bezoeken. In Den Haag doet deze trend zich ook voor. In 2012 werd dit nog bij acht procent van de bezoekers als belangrijkste reden werd opgegeven, in 2017 was dit al dertien procent.