Maarten O.: 'Ik herinner mij niks meer van de moord'

Maarten O
Maarten O © Facebook
LEIDEN - Verdachte Maarten O. zegt zich niets meer te herinneren van de moord op Tomasz Kierat, dat verklaarde de 47-jarige Leidenaar donderdag in de rechtszaal. De Poolse Kierat (38) werd op 24 september 2017 vermoord, thuis bij O. in de Tomatenstraat in Leiden. Kierat werd drie keer gestoken: in zijn rug, borst en hals. Bij de moord brak het mes af in de hals van het slachtoffer en kwam er bij zijn oog weer uit.
Op vrijdag 22 september kwam een vriend van Maarten O., Felix bij hem langs samen met Tomasz Kierat. O. kende Kierat niet, maar omdat hij volgens Felix een rustige jongen was liet hij hem binnen. De mannen deden spelletjes, praatten over geloof, politiek en draaiden O.'s favoriete muziek van Yasmin Levy. De nacht van vrijdag op zaterdag sliepen ze niet, of bijna niet.
O. zat in een psychose die steeds heftiger werd. 'Ik leefde onder hoogspanning die periode'. Hij was inmiddels twee weken gestopt met zijn medicijnen. 'Als je eenmaal daarin zit, dan denk je niet aan medicatie.' Hij was onder invloed van wiet en speed en had last van stemmen.
Tekst gaat verder onder tweets.

'Hij gaat je vermoorden'

Op de dag van de moord vertelden de stemmen tegen O. dat Kierat hem wilde vermoorden. 'Je kan niet gaan slapen, hij gaat je vermoorden', vertelt hij. Even daarvoor hadden de twee nog een goed gesprek. O. vertelde hem over zijn tbs-verleden. Kierat reageerde heel begrijpend, zegt O. 'Het was gewoon een lieve jongen. Het is heel zwaar als je iemand gedood hebt die niks gedaan heeft', zegt O. 'Ik ben er 24 uur per dag mee bezig. Het is onvergefelijk.'
Tekst gaat verder onder tweet.

O. vertelde Kierat dat hij bang was in zijn eigen huis, dat mensen hem zochten. Voor zijn veiligheid nam hij een schroevendraaier mee naar bed. Sinds hij in het huis aan de Tomatenstraat woonde gebruikte O. speed om het weekend wakker te blijven en zijn angsten te verdrijven.

Geen herinneringen

In eerste instantie denkt de politie dat er ruzie was voorafgaand aan de moord. Maar O. ontkent dat: 'Het is veel erger dan dat. Die jongen heeft niks gedaan. Ik heb het twee dagen heel erg naar mijn zin gehad met hem.'
Kierat zou rond 18.00 uur vermoord zijn. O. denkt dat hij hem heeft gestoken toen hij op de bank lag. 'Ik kom bij als ik knak hoor en het mes breekt af.' Hij vertelt dat hij dan even een helder moment heeft. 'Ik had het lemmet in mijn hand.' Ook heeft hij verwondingen aan zijn hand. Verder kan hij zich niks herinneren, zegt hij. 'Elke keer zijn het momenten die ik me kan herinneren.'

Buren horen herrie

De buren hoorden na 18.00 uur dat het stil werd. Daarvoor beschrijven de buren de situatie als 'razernij'. Ze hoorden geschuif met meubels, gebonk en geschreeuw: 'Ik was in gevecht in mijn hoofd', verklaart O. hierover.
Na de moord belt hij de wijkagent. Die neemt niet op. Hij stuurt berichten: 'I killed a secret agent'. Ook belde hij een vriend: 'Ik heb een geheim agent vermoord omdat hij mij wilde vermoorden. O. heeft er geen herinnering meer aan, zegt hij. 'Ik was compleet verward, wat ik gezegd heb? Ik zou het bij God niet weten.'
Tekst gaat verder onder tweet.

Politie

Nog dezelfde dag meldt een vriend van Maarten O. zich op het politiebureau. Hij is bang, bezweet en vertelt dat er een dode ligt in een huis in de Tomatenstraat. Als agenten naar de straat gaan komt O. aanlopen: zijn handen en armen met bloed besmeurd. 'Ik heb hem vermoord, ik heb hem doodgestoken omdat hij mij wilde vermoorden', zegt hij.
Als de politie het huis binnengaat vinden ze Tomasz Kierat op de bank. Hij is op een gruwelijke wijze om het leven gebracht.

Wel of geen opname

Tijdens de zitting blijkt dat het al langere tijd niet goed ging met O., vrienden en instanties zien hem afglijden. Er werd zelfs getwijfeld om hem op te nemen maar O. was niet gevaarlijk: 'Ze namen me op en lieten me toch weer gaan, terwijl ik in een psychose zat.'
De broer van het slachtoffer wil dat O. de rest van zijn leven in de cel blijft, zegt hij in een slachtofferverklaring: 'Ik wil dat hij nooit meer kwaad kan doen.' Sinds de dood van zijn broer heeft hij last van depressie en slikt medicijnen. 'Ik hoop dat mijn pijn ooit zal slijten.'