Haagse wethouder: 'Het komt goed met bouw megafietsenstalling', maar raad houdt twijfels

DEN HAAG - Het Haagse stadsbestuur heeft de touwtjes weer stevig in handen bij de bouw van de megafietsenstalling naast het Centraal Station. Deze garantie gaf wethouder Robert van Asten (D66) woensdagochtend af aan de gemeenteraad. Maar de raad houdt zijn twijfels. 'Het einde van de problemen is nog niet in zicht', zegt HSP-raadslid Peter Bos.
De bouw van de ondergrondse fietsenstalling onder het Koningin Julianaplein is door tegenvallers fors vertraagd en wordt in elk geval 3,5 miljoen euro duurder.  De fietsenstalling, die plaats gaat bieden aan 8.500 fietsen, is al wel eind 2019 klaar maar mag dan nog niet in gebruik worden genomen. Boven de fietsenstalling worden namelijk twee woontorens gebouwd en tijdens de bouw van de eerste verdiepingen, is er gevaar voor vallende objecten. Dat betekent dat in de zomer van 2020 de stalling pas echt open gaat.
Daarnaast is de aanbesteding van de ondergrondse verbinding tussen de stalling en de stationshal tot tweemaal toe mislukt, omdat die verbinding een stuk duurder uitvalt dan de gemeente verwachtte. Een zoektocht naar een alternatief voor deze verbinding leverde niets op en dus start de gemeente een nieuwe aanbesteding. Maar hoeveel de verbinding gaat kosten, is nog niet duidelijk. Wel wordt aangenomen dat deze pas aangelegd kan worden, als de fietsenstalling al klaar is.

Voorganger

Wethouder Van Asten kreeg pas lucht van de tegenvallers toen hij in juli 2018 als kersvers wethouder het dossier van zijn voorganger Tom de Bruijn overnam. Vervolgens nam hij onderzoeksbureau Deloitte in de arm om de oorzaak van de tegenvallers in kaart te brengen.
Deloitte concludeerde dat de vertraging vooral is veroorzaakt doordat de bouwer bij de start van het project aanvankelijk een verkeerde bouwmethode koos. De aanpassing van de bouwwijze zorgde voor extra bouwtijd. Ook nam de gemeente onvoldoende regie en was de besluitvorming stroperig

Teugels aangehaald

Wethouder Van Asten garandeerde de gemeenteraad woensdagochtend tijdens een commissievergadering dat hij de teugels inmiddels strak heeft aangehaald. 'De aanbevelingen uit het rapport van Deloitte heb ik ter harte genomen', zei hij. Dat betekent dat ik en mijn collega-wethouder Revis bovenop het project zitten.'
Van Asten reageerde op kritiek vanuit de gemeenteraad. Oppositiepartijen de Haagse Stadspartij, PvdA, ChristenUnie/SGP en de SP vroegen zich af of de gemeente nog wel regie heeft over het project. 'De gemeente werkte niet goed samen met de bouwers, wethouders werkten onderling niet goed samen en er was geen coördinatie', vatte HSP-raadslid Peter Bos de situatie samen. Het management vanuit de gemeente was onthutsend slecht.'  

Opleverdatum

Robin Smit van de Partij voor de Dieren trok in twijfel of de nieuwe opleverdatum wel wordt gehaald. 'Eigenlijk geloven we het pas als we onze fiets daadwerkelijk kunnen stallen', zei hij.
Maar ook coalitiepartijen VVD en GroenLinks waren kritisch. 'De grootste verliezers zijn de fietsers en de belastingbetalers', stelde VVD-raadslid Det Regs. Dat vindt ook GroenLinks-raadslid Maarten de Vuyst. 'We zitten al jaren naar een bouwput te kijken op een iconische plek in het centrum, waar een fietsenstalling had moeten staan.'

Vertrouwen

Wethouder Van Asten heeft er vertrouwen in dat het goed komt met de fietsenstalling. 'Eind 2019 is de fietsenstalling klaar en in de zomer van 2020 kan hij eindelijk open', zei hij.
Hij gaat ervan uit dat het blijft bij de extra kosten van 3,5 miljoen euro. 'Dit is de inschatting die we nu maken en dat hebben we niet uit de lucht gegrepen.' Maar een garantie kan hij niet geven. 'Er lopen nog wat discussies met de bouwer over kosten. Wij hebben alvast ingeschat wat deze disputen voor de gemeente kunnen betekenen en dat is meegenomen in die 3,5 miljoen euro.'

Lessen getrokken

Bovendien zei hij dat de gemeente lessen heeft getrokken. 'De coördinatie vanuit de gemeente is verbeterd en er wordt beter samengewerkt. Dat zijn natuurlijk zaken die vanaf dag een gedaan hadden moeten worden, maar we hebben ze nu in elk geval scherp.'