Verdachten roofmoord Ans van der Meer ontkennen: 'Ik geloof niet dat ik veroordeeld word'

11 februari 2019, 06:03 • 5 minuten leestijd

Rechtszaak begonnen tegen verdachten moord op Ans van der Meer

DEN HAAG - De twee verdachten van de roofmoord op Ans van der Meer, Paulus O. (44) en Najma Z. (35), ontkennen maandag opnieuw dat ze iets te maken hebben met de dood van de bejaarde vrouw. De 85-jarige Ans van der Meer werd op 30 juni 2017 dood gevonden in haar appartement in de Louis Davidsstraat in Loosduinen. Ze is met grof geweld om het leven gebracht, haar ribben zijn gebroken net als haar neus en borstbeen. Uiteindelijk is ze gestikt in een kledingstuk.

Ans van der Meer was een actieve vrouw op leeftijd. De buurt zag haar vaak naar de supermarkt, vlakbij haar flat in de Haagse wijk Loosduinen, wandelen. Financieel zat ze er warmpjes bij. Dat is volgens justitie ook de reden dat de verdachten haar als doelwit kiezen.

Toen het slachtoffer niet verscheen bij een uitje van de ouderenvereniging werd alarm geslagen. Even na half één die middag word haar lichaam gevonden. Haar ribben en borstbeen waren gebroken, ze bleek gestikt in een kledingstuk. Ook ligt er een krukje bovenop haar. De politie denkt dat ze een dag eerder al is omgebracht.

Maandag is de eerste dag van het tweedaagse proces tegen het duo. Ze staan onder meer terecht voor moord of gekwalificeerde doodslag. Daarnaast vervolgt justitie het duo ook voor het verkopen van de sieraden van het slachtoffer. Dat laatste geven Z. en O. toe. Ze doen dat bij een juwelier in Rotterdam en Beverwijk, de opbrengst is zo'n 4300 euro.

Op de zitting blijkt dat er nog gouden sieraden missen. Bij de fatale roof zijn, naast manchetknopen en een ring, ook een horloge en een gouden hanger met Egyptische tekens meegenomen.

Naast de sieraden gaan de daders er vandoor met de pinpas van het bejaarde slachtoffer. De avond van haar dood wordt daar op verschillende plekken mee gepind. Voor het eerst in Wateringen om 20.57 uur, er wordt 500 euro opgenomen door een man met een platte pet op. Ook draagt hij een sjaal om zijn mond en heeft hij een zonnebril op, terwijl het al donker is.

Daarna wordt geld opgenomen in Pijnacker, door dezelfde man. 'Dat zou u moeten zijn, volgens de politie', zegt de rechter tegen O. Zijn ex-vrouw heeft hem herkend, net als een buurvrouw en een collega. Een aantal deskundigen denkt ook dat het O. is. Die ontkent ten stelligste. Ook de dag erna neemt de man geld op, in totaal zo'n 3500 euro.

Tijdens de zitting blijkt dat O. en Z., twee voormalige bankmedewerkers, schulden hebben. Sinds zijn vertrek bij de ABN AMRO bank in 2013 leven ze van de verkoop van antiek op rommelmarkten en verkoop via Marktplaats. Z. heeft ook geen werk en is financieel afhankelijk van O. Die wordt, bij verstek, in België tot vijf jaar cel veroordeeld voor een hennepzaak. In 2015 krijgt hij hier een werkstraf voor valsheid in geschrifte.

Na de dood van Ans van der Meer ziet justitie ineens dat er geld op hun rekening wordt gestort. Dat zou gebruikt worden voor vakanties, volgens het Openbaar Ministerie (OM). Volgens de verdachten klopt dat niet. 'Ik ga ieder jaar op vakantie', zegt O.

Het is uiteindelijk het pinnen dat de politie op het spoor zet van de twee. De politie denkt dat O. de avond van de moord geld op is gaan nemen. Hij ontkent dat. Zo zegt hij zijn auto uitgeleend te hebben aan iemand 'van het kaliber grote crimineel'. Wie precies blijft onbekend. Volgens O. is hij die avond thuis, maar uit zijn stappenteller blijkt dat er 2,5 kilometer gewandeld is.

Naast het pinnen leidden, volgens het OM ook de gegevens uit de telefoons van de verdachten naar de overval. Zo gaan om 17.39 de telefoons uit en even na acht uur weer aan. Het is precies de tijd dat Ans van der Meer waarschijnlijk om het leven is gebracht. Ook dat ontkent O.

Naast de roofmoord op Ans van der Meer worden O. en Z. verdacht van een overval op een gehandicapt echtpaar in 2016 in de Haagse Stieltjesstraat. Maar ook hier ontkennen zij iedere betrokkenheid. Toch ziet justitie overeenkomsten tussen de twee zaken. Zo worden in beide gevallen tape en tiewraps gebruikt en hebben de verdachten in beide zaken een link met het slachtoffer.

Zo zijn het echtpaar op de Stieltjesstraat de ouders van een collega van O. bij de ABN AMRO en doet Ans van der Meer daar haar bankzaken. Oud-collega's zullen O. later herkennen op camerabeelden van de overval in 2016. Ze herkennen hem aan zijn kenmerkende loopje waarbij hij met zijn hand in zijn zak loopt en zijn benen naar voren schopt. Volgens O. is hij daar nooit geweest: 'Al zeker niet om een overval te plegen.'

De twee beantwoorden maandag in de rechtszaal een groot deel van de vragen van de rechter. Al willen ze niet op alles antwoorden, ook als die antwoorden mogelijk ontlastend zijn. Zo wil Z. niet zeggen wie ze een scooterhelm cadeau gaf. Volgens justitie droeg de man die pinde met de pas van het slachtoffer de helm. Volgens Z. kocht ze het als cadeau voor de dochter van een vriendin die haar bromfietscertificaat haalde.

Maar wie dat is, zegt ze uit principe niet. Ze zegt zo slecht behandeld te zijn door politie en justitie dat zij -en O.- niet vinden dat ze hun onschuld moeten bewijzen, maar dat het OM hun schuld maar moet bewijzen. De rechter lijkt dit niet zo goed te snappen. 'U wilt tien of twintig jaar gaan zitten voor uw principes?' vraagt hij nog. Z. antwoordt: 'Ik geloof niet dat ik veroordeeld word.'

Dinsdag gaat de zaak verder. Dan zal het Openbaar Ministerie een straf eisen. Ook de advocaten van O. en Z. komen aan het woord. De rechter heeft gezegd een week langer nodig te hebben voor het vonnis en doet maandag 1 maart uitspraak.