Artiestenmanager verdacht van verkrachting 14-jarig meisje

© ANP
DEN HAAG - Artiestenmanager Paul H. (36) uit Zoetermeer wordt verdacht van verkrachting van een 14-jarig meisje en ontucht met een ander 14-jarig slachtoffer. De rechter besloot woensdag dat Paul H. voorlopig vast blijft zitten. Het Openbaar Ministerie rekent het H. zwaar aan dat hij misbruik zou hebben gemaakt van zijn positie als videoproducent voor artiesten. H. werd eerder veroordeeld voor seksuele uitbuiting.
De vermeende verkrachting zou hebben plaatsgevonden in augustus 2018. Ook de ontucht zou zich vorig jaar hebben voltrokken. Er is niet alleen sprake van een groot leeftijdsverschil tussen verdachte en beide slachtoffers, H. zou ook misbruik hebben gemaakt van zijn positie als artiestenmanager. Hij nam videoclips op voor jonge artiesten, onder meer in samenwerking met een platenlabel in Rijswijk.
Paul H. was sinds vorig jaar weer op vrije voeten, na een veroordeling voor het seksueel uitbuiten van een minderjarig meisje en twee vrouwen. H. werd in die zaak veroordeeld tot ruim 6 jaar cel. Het Openbaar Ministerie (OM) wil nu, na de nieuwe incidenten, dat de Zoetermeerder psychologisch wordt onderzocht om vast te stellen of hij zich speciaal aangetrokken voelt tot die leeftijdscategorie.

Beschuldigingen te ernstig voor vrijlating

H. kon tijdens de zitting woensdag nog niet zeggen of hij bereid is om mee te werken aan zo'n psychologisch onderzoek. Hij ontkent de nieuwe beschuldigingen. Tijdens de pro-formazitting vroeg zijn advocate vergeefs om zijn voorlopige vrijlating. De rechtbank vond dat de beschuldigingen van het OM te ernstig waren en besloot dat H. voorlopig vast blijft zitten.
Een andere wens van de verdediging werd gedeeltelijk ingewilligd door de rechtbank. De advocaat vroeg of hij verhoren die zijn afgenomen in zijn zaak zou mogen beluisteren. De rechtbank heeft bepaald dat H. alleen de verhoren van de beide vermeende slachtoffers mag beluisteren. De gesprekken met familie en bekenden mag hij niet horen.
Het is nog niet bekend wanneer de zaak inhoudelijk zal worden behandeld.