Nieuwe islamitische basisschool Westland moet er volgens de wet komen

WESTLAND - De minister van Onderwijs moet een nieuwe islamitische basisschool in de gemeente Westland bekostigen. Dit besliste de Raad van State woensdag. Het is volgens de Raad van State aannemelijk dat de school het vereiste minimaal aantal leerlingen haalt.
Stichting Yunus Emre heeft in Den Haag vier basisscholen op islamitische grondslag en wil ook een basisschool in Westland openen. De gemeenteraad van Westland heeft de islamitische basisschool vervolgens op verzoek van de stichting in het gemeentelijke plan van scholen 2017-2019 opgenomen. De minister keurde dat plan van scholen tot twee keer toe af, omdat volgens hem te weinig leerlingen naar de school zullen gaan.
De wet verplicht de minister een school te bekostigen, als aannemelijk is dat een minimumaantal leerlingen deze school bezoekt. Yunus Emre heeft een prognose opgesteld om dat inzichtelijk te maken. Volgens Yunus Emre kan daarbij worden gekeken naar de cijfers van Maastricht, omdat deze stad vergelijkbaar is met de gemeente Westland. In Maastricht functioneert de school al jaren goed, meent de islamitische stichting.

Minister: vergelijking gaat niet op

Minister Arie Slob vond eerder dat Westland niet vergeleken kan worden met Maastricht. De Limburgse hoofdstad heeft volgens hem een regiofunctie die Westland niet heeft. Van de 359 leerlingen op de Maastrichtse moslimschool komen er 219 uit de stad zelf. De rest komt van buiten, aldus de minister.
Maar volgens de Afdeling bestuursrechtspraak gaat de minister daarbij voorbij aan het feit dat in Westland aanzienlijk meer basisschoolkinderen wonen. Zodoende moest de minister opnieuw onderbouwen waarom Maastricht en Westland niet vergelijkbaar zijn. De Raad van State oordeelde woensdag dat ook de tweede poging om het standpunt te verdedigen door de minister niet gelukt is. Volgens de Raad van State zijn de twee gemeentes dus wel vergelijkbaar.