Geen straf voor doodsteken Haagse slager Farid: rechter vindt het noodweer
DEN HAAG - De rechtbank in Den Haag gaat de 39-jarige Izmarai M. niet verder vervolgen voor het doodsteken van de Haagse slager Farid. De rechtbank acht doodslag bewezen, maar volgens de rechtbank handelde M. uit noodweer en is daardoor niet strafbaar. M. wordt ontslagen van alle rechtsvervolging.
De fatale steekpartij vond op 17 juli 2018 plaats in slagerij El Amal op het Hobbemaplein. De 39-jarige M. werkte net als Farid in de slagerij. Het OM eiste twee weken geleden 9 jaar cel tegen Izmarai M.
Op de dag van het incident was Izmarai M. 's ochtends boos de winkel uitgelopen na een ruzie met zijn collega Farid. Toen M. later zijn salaris op kwam halen, ontstond er opnieuw ruzie in het keukentje van de slagerij. Dat liep zo uit de hand dat M. Farid meerdere keren in het bovenlichaam stak. M. zei eerder dat hij stak uit zelfverdediging, volgens de eigenaar van de slagerij was M. juist agressief. In december werd een reconstructie van de steekpartij gedaan.
Camerabeelden bevestigen noodweer
Op camerabeelden is volgens de rechtbank te zien dat de eigenaar van de slagerij en slachtoffer Farid na de eerste ruzie met M. vuistslagen oefenden. Uit die gebaren blijkt volgens de rechter dat de eigenaar en het slachtoffer van plan waren om M. zijn gedrag betaald te zetten. Toen M. 's middags terugkwam om met de eigenaar over de ruzie te praten, werd hij meegenomen naar het keukentje. In dit keukentje hangen geen camera's.
De deur van het keukentje werd dichtgedaan en de deur van de slagerij was eerder al afgesloten. De 39-jarige M. werd daarna door Farid meerdere keren op zijn hoofd en lichaam geslagen. Hieruit leidde de rechtbank af dat er een dreigende situatie voor M. moet zijn ontstaan, waarbij hij geen kans had om te ontsnappen. Daarom is er volgens de rechter sprake van een noodweersituatie. Hij verdedigde zichzelf door Farid neer te steken.
Twee-tegen-één situatie
De rechter is wel van oordeel dat M. in zijn verdediging te ver is gegaan, door zijn collega met een mes te lijf te gaan. Maar de rechtbank vindt het aannemelijk dat die reactie het directe gevolg was van een hevige gemoedsbeweging. Hij zat opgesloten in een kleine ruimte, het was een twee-tegen-één situatie en hij was bang dat hem iets ernstigers zou worden aangedaan. Daarnaast is het voor de rechtbank van belang dat M. het mes niet van te voren al bij zich had.
Farid overleed kort na de steekpartij aan zijn verwondingen. Zijn vrouw was toen hoogzwanger. Inmiddels is zij bevallen van een meisje.