Musical-opleiding DAPA in Den Haag vreest voor voortbestaan

DEN HAAG - Spannende tijden voor de artiestenopleidingen in het MBO. Uiterlijk eind juni presenteert de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven een advies aan de minister van onderwijs, die de opdracht heeft om fors te snijden in het aanbod van de verschillende opleidingen. Achterliggende reden is dat de studenten geen uitzicht hebben op een baan als artiest.
Een van de opleidingen die wordt bedreigd is de Dutch Academy of Performing Arts (DAPA) in Den Haag, één van de vijf musical-opleidingen in het MBO. Met 94 leerlingen is het de grootste opleiding van het land op musicalgebied. Den Haag is met het Circustheater ook een musicalstad. Daarmee lijkt het ondenkbaar dat de instelling moet stoppen.
Toch is directeur Jan Willem Hoekstra er bepaald niet gerust op. 'Het kan ook zijn dat er straks misschien helemaal geen musicalopleidingen meer in het MBO bestaan. Want als je van 3000 studenten bij alle artiestenopleidingen terug moet naar 400, dat is nogal wat.'

Geen kaasschaafmethode

Eerder dit jaar stemde een meerderheid in de Tweede Kamer in met een motie van Zohair El Yassini (VVD). Daarin constateert hij dat het aantal studenten de afgelopen ruim tien jaar is gestegen van bijna 400 naar 3000 en het aantal instellingen van 8 naar 20. De kans op een baan in deze sector blijft echter ver achter op deze groeicijfers.
El Yassini wil daarom fors snijden in het aantal artiestenopleidingen. Daarbij vraagt hij om geen kaassschaafmethode te hanteren, maar kritisch te kijken naar de kwaliteit en aansluiting op de arbeidsmarkt die de instellingen leveren. Op grond van het advies van de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven zal onderwijsminister Ingrid van Engelshoven in juni daarom een besluit nemen over het voortbestaan van de artiesten-opleidingen in het MBO.

100 procent

Op de cijfers waarmee wordt geschermd is volgens schooldirecteur Hoekstra veel af te dingen. Zo zit geen enkele student van de DAPA die de afgelopen jaren is afgestudeerd in de bijstand. 'Wij volgen onze leerlingen en 100 procent is of aan het doorstuderen, of aan het werk. En dat is een heel ander getal dan waar nu mee gemeten wordt.'
Probleem is ook dat artiesten meestal niet in loondienst zijn. De meesten zijn zzp'ers, of ze worden verloond via een artiestenregeling. Vaak gaat het ook om losse baantjes van minder dan 12 uur, dan val je buiten de norm. Hoekstra: 'Dus in hoeverre is iemand in zijn beroep aan het werk? Dat is moeilijk in cijfers te vatten, en toch wordt op basis van die cijfers een beslissing genomen tot reductie.'

Arbeidsperspectief

Toch is Kamerlid El Yassini niet gevoelig voor deze argumenten. 'Als je in tien jaar tijd groeit van 400 naar 3000 studenten voor MBO-artiest, terwijl het arbeidsperspectief, het aantal banen dat voor je klaar ligt, maar met 2,5 procent is gegroeid, dan zit daar een enorm verschil in.'
Voor het argument dat een deel van de MBO-studenten doorstroomt naar het HBO is het VVD-tweede kamerlid ook niet gevoelig. 'Ook in het HBO wordt het steeds moeilijker om aan de bak te komen in de creatieve sector. Dus zorg dat je het aantal opleidingsplekken reduceert, dat de echt talentvolle studenten echt die opleiding kunnen doen, en dat de andere studenten gewoon een opleiding kunnen kiezen die bij hen past en hen een mooie toekomst kan bieden.'