Van de hoofdredactie: Met taal niet voor joker staan

De taaljoker van de gemeente Den Haag uit 1997
De taaljoker van de gemeente Den Haag uit 1997 © Bureau Zuijdgeest Beter Schrijven
REGIO - Vaag en moeilijk geformuleerde zinnen in notities en brieven van de overheid. Wie kent ze niet? De wethouders van de vier grote steden willen daar wat aan doen. Daarom was afgelopen week in het nieuws dat die wethouders een ‘Direct Duidelijk-overeenkomst’ sloten, een initiatief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Taalunie. Zij spraken af dat hun ambtenaren helder communiceren, zodat iedereen die gemeenten begrijpt.
Bij Omroep West besteedden we er nog geen aandacht aan, de collega’s van samenwerkingspartner Den Haag FM deden dat wel. Vage zinnen - ook bij Omroep West maken we ons er soms schuldig aan. Hoewel je niet wilt dat dit in het journalistiek proces gebeurt, is het wel realiteit. Ook bij ons gaat het wel eens mis, gelukkig zijn het al snel lezers die ons dan corrigeren.
Bij ambtenaren ligt dat anders. Bij de overheid gaan nog altijd brieven de deur uit die voor lange tijd ongewijzigd blijven. En die leiden tot verschillende interpretaties en misverstanden. Wethouder Guernaoui van Den Haag vertelde er deze week in AD Haagsche Courant over dat hij soms 'met moeite zijn eigen burgerbrieven leest'. Daarom valt het te prijzen dat hij vindt dat het anders moet. De taalafspraak die werd getekend, is daarom zo gek nog niet. De wethouder, bij Den Haag FM: ‘Direct duidelijk zijn, daar hou ik van. Een tekst moet meteen begrijpelijk zijn. Heerlijk Helder Haags noem ik dat: kort en krachtig, met zo min mogelijk vaktermen, beeldspraak, moeilijke woorden en afkortingen. Zodat de boodschap voor iedereen meteen duidelijk is.'

Taaljoker

Ik dacht wel onmiddellijk: waar ken ik dit van? Zijn we hier op een nieuwe actie en een nieuw fenomeen gestuit? Welnu: dat is niet zo. Sterker nog: drie jaar lang werkte de gemeente Den Haag al aan betere taal in notities en brieven aan inwoners. Tussen 1997 en 2000 was er de taalcampagne 'Schrijft normaal', waarbij Den Haag de ambtenaren een 'mega-schrijftraining en een taaljoker' aanbood. De bedenker van toen, Peter Zuijdgeest van Bureau Zuijdgeest Beter Schrijven, kan er nog altijd smakelijk over vertellen.
'We hadden een taaljoker ontwikkeld', diept Zuijdgeest de herinnering op. 'Elke ambtenaar kreeg er een.' Op die speelkaart stonden een ambtenaar met narrenmuts en elf tips om de schrijfstijl op te frissen. De joker moest de ambtenaren aan het denken zetten, juist door het verkeerde voorbeeld te geven. Het ging om tips als: 'Gewichtig woordgebruik is het halve werk' en 'Met een dubbelzinnige formulering kun je nog alle kanten uit.'

'Verkeerde ambtenarentaal verdwijnt nooit'

Twintig jaar later krijgt Zuijdgeest de vraag voorgelegd of die taaltraining van destijds heeft gefaald, nu er opnieuw een campagne nodig is bij de overheid. 'Nee, integendeel', zegt hij enthousiast. 'Kijk hier, toevallig vanmorgen nog een mail ontvangen van iemand die destijds meedeed en nog altijd enthousiast is.' Toch duiken foute woorden van toen als leefbaarheidsprobleem, woonomgevingsexperiment en optoppen nog altijd op. Zuijdgeest: 'Verkeerde ambtenarentaal is van alle tijden en zal nooit helemaal verdwijnen. Er van tijd tot tijd aandacht aan schenken blijft onvermijdelijk.'
Het is de Haarlemse gemeentesecretaris Dirck Volckertsz Coornhert (1522-1590) die al in de 16e eeuw klaagt over ambtenarentaal, zo weet de man van het taalbureau. 'En vergis je niet: ambtelijk taalgebruik wordt soms ook gewoon gestimuleerd. Omdat het jargon veiligheid verschaft, het geeft beleidsruimte aan bestuurders en ambtenaren.' Daarom verdient ambtelijk taalgebruik voortdurende zorg, vindt Zuijdgeest. 'Menig ambtenaar legt, om maar iets te noemen, eerst omstandig uit waarom je een brief krijgt in plaats van te beginnen met wie, wat, waar en waarom. Zo van: 'In het kader van dit, dat en zus en zo enzovoorts.'

Terug naar de journalistiek

Begrijpelijk schrijven blijft zo een punt van eeuwige aandacht en brengt ons ook terug bij de journalistiek, waar wie, wat, waar en waarom aangevuld met wanneer de vijf basis-W's in ons werk vormen. Uitgangspunt voor elk journalistiek verhaal en aangevuld met het uitleggen van 'het hoe' en met een verwijzing naar de bron. Ook hier op onze redactie verliezen we dat wel eens uit het oog. Om - met dank - te worden gecorrigeerd door lezers. Misschien is zo'n Taaljoker nog niet eens zo'n gek idee.
Henk Ruijl, hoofdredacteur Omroep West
henk.ruijl@omroepwest.nl