Welke doping werkt wel bij wielrenners en welke niet? 'Epo doet niks voor wegrenners'

Tour de France 2016: Chris Froome.
Tour de France 2016: Chris Froome. © Orange Pictures
LEIDEN - 'Van weinig stoffen op de dopinglijst is bewezen dat ze de prestatie écht bevorderen.' Dat schrijft de Leidse wetenschapper Jules Heuberger in zijn net verschenen promotieonderzoek dat hij uitvoerde voor het Centre for Human Drug Research. Hij onderzocht de stoffen die op de lijst van het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA) staan én keek naar de opsporingstechnieken en concludeert: 'Het huidige anti-dopingssysteem kan effectiever en eerlijker.'
'Er is een probleem in de dopingwereld', zegt de gedreven jonge wetenschapper en fervent wielrenner. 'Dopingmiddelen zijn simpelweg medicijnen, maar de anti-dopinginstanties onderzoeken ze niet met dezelfde strenge criteria die wel in de farmaceutische wereld gebruikelijk zijn', legt Heuberger uit.
Er staan ruim driehonderd middelen op de dopinglijst van het WADA, verdeeld over 23 categorieën. Slechts van vijf van die categorieën is er bewijs van een positief effect op de prestatie. 'In vier van de vijf gevallen gaat dit om het bevorderen van de spierkracht', gaat Heuberger verder. 'Maar, dat zegt nog niks over wat het doet bij een duursporter zoals een wielrenner.' Het gevolg: wordt een renner op het gebruik van zo'n product betrapt, dan volgt een straf voor iets waarvan onduidelijk is of het effect op zijn prestatie heeft gehad.
 De Leidse wetenschapper Jules Heuberger is zelf ook een fanatieke wielrenner

Epo heeft geen effect op de weg

Heuberger neemt in 2017 de proef op de som met het bekende dopingmiddel epo. Epo bevordert de aanmaak van rode bloedcellen en daardoor kan meer zuurstof in het bloed opgenomen worden. Hij test twee groepen goedgetrainde amateurwielrenners. De ene groep krijgt epo ingespoten, de ander een placebo, ofwel een nepmiddel. In een laboratoriumsetting moeten de wielrenners fietsen tot ze er bij neer vallen. In deze setting doet de epo-groep het iets beter.
Vervolgens neemt Heuberger zijn wielrenners mee naar de illustere Mont Ventoux, waar ze eerst een etappe rijden van 115 kilometer om vervolgens in een wedstrijd de monsterberg op moeten. Boven aangekomen blijkt dat de epo-groep niet beter gepresteerd heeft dan de placebogroep. En ook in de tijdritproef was er geen verschil tussen de twee groepen. 'Deze doping heeft bij een duurprestatie, zoals een wielerkoers, dus geen duidelijk positief effect', aldus de wetenschapper. Vanuit de sportwereld kwam wel kritiek op de conclusie van Heuberger. Hij testte met amateursporters en dus niet met professionele atleten.

Chris Froome

Ook bij het detecteren van verboden middelen is niet alles op orde, blijkt uit het promotieonderzoek. Tijdens de Ronde van Spanje van 2017 werd bij Chris Frome te veel salbutamol, een astmamiddel, in zijn urine aangetroffen. Dit astmamiddel verhoogt in heel hoge doseringen de spierkracht.
Heuberger: 'Volgens de dopingautoriteit mag je wel een bepaalde hoeveelheid van dit spul innemen tegen inspanningsastma. Wat dat spul bij iemand in zijn lijf doet verschilt van dag tot dag, en van persoon tot persoon. Hoeveel er op welk moment in je urine zit valt niet erg nauwkeurig te zeggen. Dus iemand kan net op een piekmoment getest worden, terwijl hij niet te veel ingenomen heeft. We laten met ons onderzoek zien dat de methode die momenteel gebruikt wordt door de dopingsinstanties dus onmogelijjk foutloos kan werken.'

Opschoning dopinglijst

Heuberger bepleit dus beter onderzoek, volgens strenge wetenschappelijke regels en naar alle middelen op de dopinglijst. Zo kan de lijst opgeschoond worden tot alleen de werkzame of gevaarlijke middelen en hoeft er op minder middelen getest te worden. Ook de bijwerkingen moeten, zoals bij gewone medicijnen, goed in kaart gebracht waardoor de sporter een reële overweging kan maken of de voordelen van een middel opwegen tegen de nadelen. 
Ook wil de wetenschapper een verfijning van het testsysteem. 'De test voor HIV is één van de meest betrouwbare testen in de geneeskunde. En zelfs bij deze test weten we dat er een kleine kans is op een vals positieve óf negatieve uitslag. Het is dus waarschijnlijk dat dat ook geldt voor dopingtests, maar informatie hierover is onbekend of niet beschikbaar. Onderzoek kan daar verandering in brengen zodat de testen en het testsysteem geoptimaliseerd kunnen worden.'

Valse beschuldigingen verleden tijd?

Daags na zijn promotie, treffen we de enthousiaste wielrenner aan bij zijn wielertocht langs het Valkenburgse Meer. Hij zal, als liefhebber van het wielrennen, blij zijn wanneer het woord doping minder vaak zal vallen. 'En dat is goed mogelijk', stelt Heuberger. 'Met minder middelen op de lijst en een betere controle, zal de informatievoorziening voor iedereen verbeteren: voor de sport, de fans en voor de individuele sporters.
De sport krijgt dan waarschijnlijk met minder mogelijke dopinggevallen te maken. 'En daar waar een sporter toch gepakt wordt, is duidelijk hoe zeker het is dat deze sporter daadwerkelijk doping gebruikt heeft. De sporter heeft dan minder kans op mogelijke valse beschuldigingen en kan bovendien een betere afweging maken hoever hij wil gaan om te winnen. Met goede moed en vooral zonder epo, wielert de wetenschapper weer verder.'