Hagenaars bepalen zelf welk welzijnswerk in hun buurt nodig is

Foto ter illustratie | ANP
Foto ter illustratie | ANP
DEN HAAG - Inwoners van Den Haag gaan op het gebied van welzijn zelf bepalen wat er in hun buurt nodig is. Dat is de belangrijkste vernieuwing in het Haagse welzijnsbeleid, dat maandag door wethouder Kavita Parbhudayal is gepresenteerd.
In vier jaar tijd bezuinigt het college van Hart voor Den Haag/Groep de Mos, VVD, D66 en GroenLinks zo'n twintig miljoen euro op het welzijnswerk. Tegelijkertijd is er een bedrag van tien miljoen euro beschikbaar om de sector zo om te vormen dat er in de stad kleinschaliger en dichter bij de mensen gewerkt gaat worden. 'Innovatieve wijkgerichte initiatieven krijgen meer ruimte en vertrouwen', zo staat dik een jaar geleden te lezen in het coalitieakkoord van de vier partijen. Dat uitgangspunt is nu verder uitgewerkt.
Wethouder Parbhudayal heeft zichzelf twee doelen gesteld: het welzijnswerk moet, ondanks de bezuinigingen, op peil blijven én ze wil dat het welzijnswerk meer en beter mensen bereikt. 'Ik heb vanaf het begin gezegd: ik wil geen kaasschaaf hanteren en ik wil niet rücksichtlos bezuinigen.' Samen met de Haagse welzijnsorganisaties is de wethouder 'in de boeken gedoken', om de financiële ruimte te vinden voor de uitvoering van de plannen. De wethouder belooft dat het welzijnswerk voor de periode 2019-2020 op peil blijft.

'De Haagse Tafels'

De Haagse wijken krijgen een grotere stem als het gaat om het leveren van welzijnswerk. Dat gebeurt aan 'De Haagse Tafels', waar buurtbewoners zogenaamde wijkagenda's maken waarin staat wat er voor de wijk belangrijk is en wat er mist. Hierbij is vooral aandacht voor kleinschalige projecten. 
De ideëen komen terecht bij de professionals, die het bestaande welzijnswerk in de wijk naast de wensen leggen en daarop ook gaan aanpassen. Parbhudayal: 'Ik wil niet als wethouder bepalen wat de mensen nodig hebben, dat zou toch gek zijn. Ik wil dat ze dat zelf gaan bepalen en daarop mijn beleid maken.'

Risico's

De kleinschalige projecten brengen echter ook risico's met zich mee, erkent ook de wethouder. Want zulke kleinschalige welzijnsprojecten leunen en steunen vaak op slechts een paar welzijnswerkers en/of vrijwilligers. Als die onverhoopt uitvallen of er geen zin meer in hebben, wat gebeurt er dan?
'Het is een risico', weet de wethouder, 'maar het gaat uiteindelijk om het bereik in de wijk. Als er een kleine groep is die met maaltijdprojecten start of een sociaal project start voor mensen in een rolstoel; hoe mooi is dat dan om dat uit te proberen. 'De roep om kleinschaligere projecten wordt luider.' En daar moet de gemeente goed naar luisteren, vindt de wethouder.

Efficiënter

In het welzijnswerk moet niet alleen de menselijke maat centraal staan, maar er moet ook maatwerk worden geleverd. Hierdoor kunnen er kosten worden bespaard. De dienstverlening moet bijvoorbeeld vaker op één en dezelfde plek worden aangeboden. 'Dit betekent dat mensen straks op dezelfde plek hun bloed kunnen laten prikken, een boek lenen of vragen stellen over hun financiën. Dat noemen we met een duur woord efficiënter, maar ik vind het eigenlijk gewoon hartstikke logisch dat mensen niet voor tien verschillende diensten naar tien verschillende locaties moeten.'
Of de bezuinigingen op het welzijnswerk ook banen zullen kosten, daar kan de wethouder niet op antwoorden. 'We maken alleen afspraken over de resultaten. We geven subsidie aan de welzijnsorganisaties. Die moeten zelf bepalen hoe ze dat geld besteden en hoe ze hun werkzaamheden inrichten.'

'Niet opnieuw het wiel uitvinden'

Verder worden de uurtarieven voor het welzijnswerk gelijkgetrokken. Die bleken soms tientjes te verschillen. 'We hebben de tarieven nu teruggebracht naar één tarief, naar rond de 70 euro. Want iemand die in Leidschenveen jongerenwerk doet heeft dezelfde professionaliteit als iemand die dat in Laak doet', vindt de wethouder.
Bij de totstandkoming van het nieuwe Haagse welzijnsbeleid is er ook gekeken naar andere steden in de regio. Zo zijn De Haagse Tafels afkomstig uit Rotterdam en Dordrecht. Daar wordt al op een soortgelijke manier gewerkt. 'Want we gaan het wiel natuurlijk niet opnieuw uitvinden', aldus wethouder Parbhudayal.