Geen vervolging voor dodelijk steigerongeluk bij bouwplaats voormalig VROM-gebouw

Dode bij ongeluk Rijnstraat
Dode bij ongeluk Rijnstraat © Regio15
DEN HAAG - Het Openbaar Ministerie (OM) gaat niemand strafrechtelijk vervolgen voor het ongeval bij de bouwplaats van het voormalig ministerie van VROM, waarbij in mei 2016 een voorbijgangster om het leven kwam. Hoewel er fouten zijn gemaakt, is het OM van mening dat er geen sprake is geweest van grove nalatigheid.
Tijdens de ochtendspits van 26 mei 2016 werden twintig onderdelen van een steiger omhoog gehesen op de krappe bouwplaats bij de Schedeldoekshaven, waar op dat moment ook veel trams stopten. Niet zoals het normaal gaat, maar de meest geschikte toegangspoort tot het terrein was op die dag niet beschikbaar.
Bij het omhoog hijsen raakte de getilde last de bovenkant van een steiger die vlak naast gevel staat van het gebouw, dat werd omgebouwd tot ministerie van Buitenlandse Zaken. De steigeronderdelen schoven uit de hijsbanden en vielen zo'n zestig meter naar beneden. Sommigen belandden tot wel negen meter buiten de bouwplaats. Eén tralieligger raakte een voorbijlopende vrouw op haar hoofd. Zij overleed ter plekke.

Reeks van omstandigheden

Het bovenstaande bleek uit de reconstructie van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid uit 2017. Die constateerde destijds dat bij de voorbereiding van de bouw er goed was overlegd door de bouwer, gemeente, HTM en andere betrokken partijen, en waarschuwde vooral om scherp ‘scherp te blijven toetsen of de veiligheid van de omgeving nog voldoende geborgd is’.
In navolging hiervan heeft het Openbaar Ministerie nu besloten dat er onvoldoende aanleiding is om één of meer van de verdachten strafrechtelijk te vervolgen. 'Het beeld is dat het ongeval is veroorzaakt door een reeks van omstandigheden en gebeurtenissen en dat de betrokken personen die werkzaam waren op de bouwplaats, onder moeilijke omstandigheden hun werk moesten doen. De bouwplaats was erg krap. Er was slechts een kleine marge voor het maken van fouten.' Met andere woorden: het OM kan niet één bedrijf of persoon aanwijzen waarvan grove schuld vastgesteld kan worden.