Tien maanden cel geëist voor faillissementsfraude Gouds schildersbedrijf
GOUDA - Een celstraf van tien maanden en een boete van 300.000 euro is dinsdag door het Openbaar Ministerie (OM) geëist tegen de hoofdverdachte van faillissementsfraude met een Gouds schildersbedrijf. In totaal was hij volgens het OM betrokken bij minimaal vier verschillende faillissementen, waar hij in totaal 750.000 euro aan ontrok. Naast fraude wordt de 67-jarige ook verdacht van valsheid in geschrift en loonbelastingfraude.
De werkzaamheden en inboedel van de schilderszaak zouden in 2009 zijn overgenomen door een onderhoudsfirma die eveneens in het bezit was van de hoofdverdachte. Het personeel bleef wel in dienst bij het schildersbedrijf. Volgens het OM werd het personeel vervolgens ingehuurd door het onderhoudsbedrijf, maar betaalde daarvoor consequent te weinig aan het schildersbedrijf. Het schildersbedrijf kon daardoor geen loonbelasting betalen.
De schilderszaak had verder geen inkomsten en ging uiteindelijk failliet. Na het faillissement werd het personeel overgenomen door een ander bedrijf van de hoofdverdachte. Het proces werd vervolgens herhaald. Weer werd het personeel door een ander bedrijf van de hoofdverdachte ingehuurd en weer werd er te weinig betaald. Dit gebeurde volgens het OM in totaal vier keer. Telkens bleven schuldeisers met lege handen achter en werd slechts een gedeelte van de bedrijfsadministratie verstrekt aan de curator.
Horecazaak
De FIOD heeft onderzoek gedaan naar de bedrijven. 'Er kwam een hele reeks faillissementen aan het licht', zei de officier van justitie daarover in de rechtszaal. 'Ze hadden allemaal één ding gemeen: dezelfde hoofdverdachte.'
Van de eis van tien maanden cel tegen de hoofdverdachte is negen maanden voorwaardelijk. Naast de 67-jarige man zijn er volgens het OM nog vier mensen medeplichtig. Het OM eiste tegen de vermoedelijke bedenker van de fraude een gevangenisstraf van tien maanden (vijf maanden voorwaardelijk) en een boete van 100.000 euro. Tegen een boekhouder werd tweehonderd dagen gevangenisstraf geëist (honderd dagen voorwaardelijk).
Katvangers
Daarnaast gaat het OM ervan uit dat er twee zogenoemde katvangers waren. De katvangers waren op papier de eigenaren van de bedrijven waarmee werd gefraudeerd. Terwijl de hoofdverdachte de werkelijke eigenaar was. Dit deed hij zodat de bedrijven niet op zijn naam stonden. Hij was hierdoor moeilijker te traceren voor justitie. Tegen de katvangers werd eveneens tweehonderd dagen cel geëist (honderd dagen voorwaardelijk).
