'Ik had een leerkracht die dacht echt dat we in bomen woonden, een leerkracht!'

DEN HAAG - De Haagse choreograaf Ryan Djojokarso was 15 jaar oud toen hij 20 jaar geleden zijn geboorteland Suriname de rug toekeerde en naar Nederland kwam. Het gegeven om alles achter te laten en een geheel nieuw bestaan op te bouwen is de basis voor zijn eerste avondvullende voorstelling Libi in het Zuiderstrandtheater. Daarbij heeft hij gebruik gemaakt van de verhalen van de eerste generatie Surinamers, die hem voorgingen in de jaren zeventig en tachtig.
Voor het script van Libi interviewde Djojokarso, samen met schrijver Raoul de Jong, vijftien Surinamers. Hoewel ze geen enkele toneelervaring hebben, doet een deel ook mee aan de voorstelling. En ondanks dat ze allemaal hun eigen herinneringen aan Suriname hebben en hun eigen motieven hebben om naar Nederland te vertrekken, is hun verhaal volgens de choreograaf universeel.
'Libi is een verhaal over migranten. Ze kennen allemaal dat gevoel van je vaderland verlaten en dan terechtkomen in een ander land. Ook te maken krijgen met andere culturen. Hoe ga je daar mee om? Die gewenning. Dat gemis. Die heimwee ook. Die keuzes om je in een ander land te vestigen. Wat doet dat me je? Die vragen kun je niet zomaar wegstoppen. Het slaat je soms met een hamertje: je voelt je soms echt een buitenaards wezen hier.'

Walhalla

Wonny Stuger is een van de geïnterviewden die meedoet aan Libi. Na haar komst naar Nederland groeit ze op in Katwijk. Ze denkt er met liefde aan terug, maar heeft zich ook verbaasd over de onwetendheid in Nederland: 'We hadden gehoord dat Nederland het walhalla was. Alles was hier beter en mooier. En we dachten dat ze ook slimmer waren. Maar dan kom je hier en denk je, nou zo slim zijn ze nou ook weer niet. Ik had een leerkracht die dacht echt dat we in bomen woonden. In Katwijk, een leerkracht! Ik dacht: Nou ja!'
De indruk die ze kreeg was dat de Nederlandse leerlingen ook meer werden gestimuleerd op school: 'Ze dachten dat we minder op school hadden geleerd. Soms moest ik er om lachen. Dat was het beste om er mee om te gaan. Dat je ook een beetje doet dat je het niet weet, want dan gingen ze je helpen. Want dat viel me wel op: Nederlanders wilden heel graag helpen als je hulpeloos bent.'

Jeangu Macrooy

De Surinaamse zanger en songwriter Jeangu Macrooy maakt ook voor het eerst van zijn leven zijn opwachting in een theaterproductie: 'Ik heb een rol in de voorstelling, maar dat is vooral de muziek. Ik zing een aantal bekende Surinaamse nummers, die iedereen kent. Die hebben te maken met Surinaamse godsdienst, zoals winti, maar ook met het afscheid nemen en nummers die te maken hebben met nationalisme, trots zijn op je land.'

Macrooy was zelf 20 jaar oud toen hij vijf jaar geleden ook naar Nederland verhuisde. Ook hij herkent zich in de voorstelling Libi: 'Het is altijd wennen als je emigreert. Je moet je aanpassen aan de cultuur. En dat je ontdekt: hier ben ik anders. Hier moet ik mijn eigen weg vinden. En mijn eigen identiteit in deze nieuwe maatschappij. Dat zijn allemaal dingen die herkenbaar zijn.'

Vernederlandst

Die verscheurdheid tussen twee landen staat voor Djojokarso centraal in de voorstelling: 'Hier voelen ze zich niet helemaal Nederlands, maar in Suriname voelen ze zich ook niet helemaal Surinaams. Dus, waar hoor je dan bij? Je bent daar geboren, daar is je navelstreng begraven, dan neig je daar naartoe, maar als je daar ook niet geaccepteerd wordt door de maatschappij, omdat je vernederlandst bent, is dat best wel verwarrend.'
Zelf keerde hij afgelopen zomer voor het eerst in twintig jaar terug naar Suriname. En dat vond de choreograaf best wel pittig. 'Het is niet meer het land die het twintig jaar geleden is geweest. Ik zou er niet meer naar terug kunnen keren. Ik vind heel hard werken heel fijn, maar het leven is daar nog heel traag. En hier heb je veel meer keuzes. Als je wat wil, dan kan je dat hier best wel bereiken. Ik ben heel blij en dankbaar dat ik hier ben.'

Heimwee

Toch overheerst bij Stugers het gevoel bij heimwee, zeker als de herfst weer begint: 'Vooral als het koud begint te worden en de dagen korter worden. Dan denk je toch weer terug aan Suriname. Dan denk je terug aan die relaxte tijden op straat. En dat soort dingen ga je toch wel missen.'
Maar ondanks de problemen en vooroordelen waar Surinamers tegen aan liepen, toen ze hier kwamen in de jaren zeventig en tachtig, gaat het volgens Djojokarso goed met de Surinamers: 'Ik hoor niet veel van ze. Ik bedoel, ze komen niet in het Journaal. Het zijn andere bevolkingsgroepen die nu genoemd worden als het over slechte dingen gaat. En ja, de Surinamers daar hoor je niet heel meer van. Terwil dat vroeger wel anders was. Dus dan zal het wel goed gaan met de Surinamers in Nederland.
De voorstelling Libi is zaterdag en zondag te zien in het Zuiderstrandtheater in Den Haag.