Vaker fouilleren in strijd tegen wapengeweld? Haagse coalitie is verdeeld

Archieffoto
Archieffoto
DEN HAAG - In de ‘strijd tegen vuurwapengeweld’ moet de politie straks ook in Den Haag persoonsgericht kunnen fouilleren. Dat vindt de grootste partij in de gemeenteraad, Hart voor Den Haag/Groep de Mos. Maar de coalitie blijkt verdeeld: GroenLinks voelt niet veel voor het idee, de VVD juist wel.
Hart voor Den Haag/Groep de Mos wil een Rotterdams voorbeeld volgen. Afgelopen week werd bekend dat die stad ‘de grenzen van de wet’ gaat opzoeken door daar persoonsgericht fouilleren in te voeren. Dat houdt in dat agenten mensen die bij hen bekend zijn, eerder mogen fouilleren op wapens. Tot nu toe mochten fouilleer-acties alleen in bepaalde gebieden worden gehouden. Ook mochten ze niet zijn gericht tegen specifieke personen.
Maar de gemeente, Openbaar Ministerie en politie in Rotterdam willen het vuurwapengeweld in de stad aan te pakken. In de eerste helft van het jaar waren er in de stad al 72 schietpartijen, evenveel als in heel 2018.

Onorthodoxe maatregelen

Volgens het Haagse raadslid Nino Davituliani zijn deze ‘onorthodoxe maatregelen’ ook hier noodzakelijk om het vuurwapengeweld aan te pakken. ‘Het persoonsgericht fouilleren moet wat ons betreft ingezet worden voor mensen waarbij er momenteel onvoldoende redenen zijn om ze op te pakken, maar die wel bekend staan in onderzoeken naar vuurwapengeweld.’ Zij wil dat de politie hier niet alleen mag zoeken naar vuurwapens, maar ook naar steekwapens.
Het voorstel van Davituliani kan rekenen op gemengde reacties bij andere partijen die de stad besturen. ‘We moeten hier heel terughoudend mee zijn,’ vindt GroenLinks-fractieleider Arjen Kapteijns. ‘In Den Haag is het aantal schietincidenten gelukkig redelijk beperkt. Dus is er in onze stad niet direct aanleiding om dit ook in te voeren.’

Veel incidenten

De VVD ziet dat heel anders. Volgens fractievoorzitter Frans de Graaf zijn er wel veel geweldsincidenten en schietpartijen. ‘Dus moeten we ook hier persoonsgericht fouilleren invoeren.’
De vierde coalitiepartij, D66, was niet bereikbaar voor commentaar.