Haagse wethouders De Mos en Guernaoui verdacht van corruptie: wat weten we tot nu toe?

Dinsdagochtend werden de werkkamers van de wethouders in het stadhuis van Den Haag doorzocht. Het Openbaar Ministerie maakte bekend dat het onderzoek van de rijksrecherche zich richt op ambtelijke corruptie, omkoping en schending van het ambtsgeheim. De wethouders zouden tegen betaling nachtvergunningen geregeld hebben.

Ook de woningen van de wethouders werden vandaag doorzocht. Naast de woningen en de werkomgeving van de wethouders zijn ook de woonadressen van drie Haagse ondernemers doorzocht. Zij worden verdacht van omkoping.

Een van die verdachte ondernemers zou Atilla Akyol zijn. Hij is eigenaar van Zalencentrum Opera aan de Fruitweg en stond op de kandidatenlijst van Hart voor Den Haag/Groep de Mos. Hij zou de partij financieel hebben gesteund in ruil voor gunsten, waaronder vertrouwelijke informatie uit het stadsbestuur.

Ook een raadslid van Hart voor Den Haag/Groep De Mos wordt verdacht van betrokkenheid bij ambtelijke corruptie. Bronnen op het stadhuis melden aan Omroep West dat het gaat om gemeenteraadslid Nino Davituliani. Davituliani is de partner van de broer van Akyol.

Een persofficier van het Openbaar Ministerie laat weten dat het corruptieonderzoek naar De Mos en Guernaoui al in 2018 is gestart op basis van aanwijzingen. Hij wil niet zeggen op basis van welke verdenkingen, maar spreekt van een 'heel ernstige zaak' die 'zorgvuldig onderzocht' wordt.

De wethouders zijn niet aangehouden. Dat is volgens het Landelijk Parket niet noodzakelijk ten behoeve van het onderzoek.

De Haagse politiek heeft geschokt gereageerd op het corruptieonderzoek. Burgemeester Krikke heeft in een schriftelijke reactie laten weten 'ontzettend geschrokken' te zijn. Dinsdagmiddag zijn de fractievoorzitters van alle Haagse politieke partijen in een spoedoverleg bijeen gekomen om de situatie te bespreken. Het college heeft de wethouders gevraagd om zich tijdelijk terug te trekken.

Wethouders Richard de Mos en Rachid Guernaoui lieten dinsdagavond weten 'met pijn in het hart' op het verzoek in te gaan. Maar in een schriftelijke verklaring zeggen ze zich totaal niet te herkennen in de verdenkingen. 'Wij hebben altijd naar eer en geweten gehandeld en zien de uitkomsten van het onderzoek dan ook met vertrouwen tegemoet. We herkennen ons niet in de verdachtmakingen, maar willen dit onderzoek niet frustreren door na dit persbericht verdere mededelingen te doen. We onthouden ons daarom verder van commentaar.'