RECONSTRUCTIE: Bestuurlijke chaos leidde tot uit de hand gelopen vreugdevuur

De vonkenregen op Scheveningen
De vonkenregen op Scheveningen © Regio15
DEN HAAG - De gemeente Den Haag communiceerde slecht met de bouwers: afspraken werden niet vastgelegd, regels werden wel gecontroleerd maar niet gehandhaafd en de burgemeester stond erbij en keek ernaar. Het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) schetst een onthutsend beeld van de aanloop naar het vreugdevuur 2018/2019 op Scheveningen en het vliegvuur dat daardoor ontstond.
Het is 30 december 2018. De gemeente meet de brandstapels die op de stranden bij Duindorp en Scheveningen worden opgebouwd. Een ambtenaar stuurt een appbericht naar de bouwers van Scheveningen met de waarschuwing dat de maximale hoogte van 35 meter bijna is bereikt. Hij krijgt een appje terug waarin de bouwers kenbaar maken niets te weten van een maximale hoogte. Er ontstaat een discussie. De bouwers bouwen door, de gemeente grijpt niet in.
Bovenstaand voorbeeld geeft aan dat het een complete chaos was rond de vreugdevuren 2018/2019. Niemand wist precies wat er was afgesproken, en de gemeente en de bouwers hadden vaak ook verschillende interpretaties van de afspraken. De gemeente kon wel ingrijpen, maar deed dat niet. De onderzoekers zeggen dat het bewaren van de vrede waarschijnlijk belangrijker werd geacht dan het naleven van de regels.

Oud convenant en nooit vastgelegde afspraken

Sinds 2014/2015 worden afspraken tussen de gemeente en de bouwers vastgelegd in een convenant. De gemeente maakt nu gebruik het convenant dat voor het jaar 2016/2017 door toenmalig burgemeester Jozias van Aartsen persoonlijk is ondertekend. Daarin staat letterlijk: 'Er kunnen aan dit convenant geen rechten worden ontleend voor toekomstige jaarwisselingen'. Toch gebruikt de gemeente het wel. Maar ondertussen worden er wel allerlei dingen veranderd en nadere afspraken gemaakt. Die worden echter niet toegevoegd aan het convenant. Sterker nog: de Onderzoeksraad heeft op het hele stadhuis nergens een bundeling van geldende afspraken kunnen vinden. Het 'oude' convenant wordt ook niet geactualiseerd. Communicatie gebeurt in mails, met briefjes en vaak ook met persoonlijk contact.
Zo'n convenant levert sowieso een probleem op voor de gemeente. Een convenant is een publieksrechtelijke overeenkomst. Dat betekent dat beide partijen het met elkaar eens moeten zijn, voordat er sprake is van een afspraak. Dat is bij een officiële vergunning heel anders. Dan zegt de gemeente gewoon: dit zijn de regels, zo moet je het doen. Maar een vergunning kan niet, blijkt uit een brief van de gemeente uit 2015. Want dan zouden de vuren niet kunnen doorgaan, ze voldoen namelijk niet aan de normale regels die gelden voor evenementen.

Maximaal 35 meter hoog

In het convenant van Van Aartsen staat dat de stapels maximaal 35 meter hoog mogen zijn. Ook is er een maximaal volume afgesproken. Dit wordt in 2017 ook direct (weer) gecommuniceerd aan de bouwers. Ze weten dus dat dit ook geldt voor de stapel die in 2017/2018 de lucht in gaat. In het jaar 2018 is deze beperking schriftelijk nooit gecommuniceerd, tot de eerder genoemde 30 december 2018. De bouwers zeggen van niets te weten en bouwen door.
Dat de bouwers niets weten van de afspraken kan volgens de onderzoekers komen omdat het bestuur van de stichting die het vreugdevuur op Scheveningen organiseert, wordt vervangen. Er zou geen overdracht zijn geweest tussen het oude en het nieuwe bestuur. Daarover zegt de Onderzoeksraad dat het 'duidt op een gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef'. Maar los daarvan heeft de gemeente ook niet gecheckt of het nieuwe bestuur wel op de hoogte was van de afspraken.

Niet meer aanvoeren, wel doorbouwen

Als duidelijk is dat de brandstapel hoger wordt dan 35 meter overleggen de directie Veiligheid en de burgemeester. De bouw wordt niet stilgelegd. Dan bereikt de brandstapel het maximale volume van 10.000 kuub. De gemeente besluit dat er geen nieuwe pallets meer aangevoerd mogen worden. Maar er volgt weer geen bouwstop. De pallets die al op het strand liggen, mogen verder worden gebruikt. Ook dit gebeurt na overleg tussen de directie Veiligheid en burgemeester Krikke.
Als de brandstapel klaar is schuiven de bouwers van Scheveningen de nog overgebleven pallets tegen de brandstapel aan. De onderzoekers berekenen dat er uiteindelijk zo'n 2000 kuub meer is gebruikt dat volgens de afspraken mocht. Een vijfde meer dus. De gemeente heeft - zo staat in het rapport - niet aangedrongen op het weghalen van pallets toen duidelijk werd dat het volume en hoogte waren overschreden. De mogelijkheid was er wel volgens het convenant, maar de gemeente heeft het niet gedaan.

Geen toezicht

Bij het aansteken van de brandstapel zijn brandversnellende middelen gebruikt. Dat is volgens het convenant niet toegestaan, maar gebeurt al jaren. De laatste keer zijn het op Scheveningen vaten die deels gevuld waren met diesel. De gemeente zegt hier niets van te weten. Maar het is een publiek geheim dat dit gebeurt. Bij het aansteken wordt ook brandgel gebruikt. Niemand van de gemeente, de politie of de brandweer houdt toezicht bij het aansteken van de stapel. De regels van de gemeente schrijven dat wel voor, maar burgemeester Krikke heeft geen enkele dienst hier opdracht voor gegeven. Het toezicht is er dus niet.
In eerste instantie brandt de stapel zoals gepland van boven naar beneden. Dan valt een vat gevuld met diesel brandend naar beneden en steekt de losliggende pallets aan de voet van het vreugdevuur aan. Binnen de kortste keren brandt het hele vreugdevuur als een gigantische fakkel.

Thermiek en turbulentie

Door de piramidevorm van het vreugdevuur en het grote volume wordt het al snel enorm heet. De hoge stapel geeft een smalle rookkolom waar zich minder koele omgevingslucht in mengt. Dat geeft thermiek, opstijgende lucht dus. Omdat er een groot verschil is tussen de temperatuur van de rook en de omgeving ontstaat bovendien turbulentie, de lucht gaat dus wervelen. De westenwind blaast alles richting het voormalige vissersdorp. Dat gebeurt op Scheveningen. De pallets zijn ook gemaakt van vurenhout dat makkelijk brandt. Brandende stukken van de pallets worden opgezogen tot een hoogte van zo'n honderd meter, en worden hoog in de lucht op Scheveningen geblazen waar het brandend naar beneden valt: vliegvuur.