Schilderijen van Pieter de Hooch na 400 jaar terug in Delft

DELFT - Ze komen overal vandaan: de 29 schilderijen van Pieter de Hooch, die je vanaf 11 oktober kunt zien in Museum Prinsenhof in Delft. De meest vooraanstaande collecties ter wereld leenden hun werken uit aan de eerste tentoonstelling ooit gewijd aan deze Hollandse meester, die in de stad woonde en werkte. 'Het is fantastisch dat deze werken na 400 jaar terug zijn op de plaats waar ze zijn gemaakt', zegt conservator Anita Jansen van het museum.
Bij Delft denk je eerder aan Vermeer. Het beroemde betonnen melkmeisje van Wim T. Schippers staat al jaren naast de Nieuwe Kerk in Delft en vanuit menig winkelruit staart het meisje met de parel je verwachtingsvol aan. Delft 'ademt' Vermeer, hoewel de stad zelf geen werk van de Hollandse meester in zijn bezit heeft. In het Sint Lucasgilde is Vermeer ongetwijfeld zijn collega Pieter de Hooch vaak tegengekomen. Zij waren collega's en tijdgenoten.
'Er is geen archivarisch bewijs voor, maar ze moeten elkaar gekend hebben. En dat ze ook naar elkaars werk hebben gekeken staat vast', zegt Jansen. 'Als zij samen hier in Delft aan het werk zijn, kun je zeggen dat Pieter de Hooch de innovator is. Dat hij degene is die voorop loopt en Vermeer inspireert. Toch is hij altijd in de schaduw van Vermeer blijven staan. Reden om hem eens op een voetstuk te plaatsen.'

'Hij woonde om de hoek'

De stad zoals De Hooch hem zag, is er nog. 'Hij woonde hier om de hoek, op de Binnenwatersloot, bij zijn schoonouders', legt Anita uit. Dat is pas sinds kort bekend. Voor deze tentoonstelling deed het museum uitgebreid onderzoek naar leven en werk van de schilder. Daaruit bleek ook dat De Hooch vaak werkte op een steenworp afstand van zijn huis. Om precies te zijn: op de plek waar nu de tuin van het vorige stadskantoor ligt. Nu een kale, wat troosteloze locatie.
Op die plek lag ooit het Sint Hiëronimusklooster. Dat is al eind zestiende eeuw gesloopt, maar op het binnenterrein stonden woningen. Ook zijn er na de sloop nieuwe huizen neergezet. Huizen met typische Delftse binnenplaatsjes, waarvan De Hooch er heel wat vastlegde. Uit het onderzoek blijkt dat dit de plek was waar hij zijn standpunten koos. Vaak met zowel de toren van de Oude als de Nieuwe Kerk op de achtergrond. 'En dat laatste is opmerkelijk', zegt Anita Jansen. 'Omdat de beide torens op die plek helemaal niet in één beeld zijn te vatten. Het geeft aan hoe hij zijn schilderijen componeerde. Dat waren echt elementen uit de stad die hij samenbracht in een schilderij.'

Delftse motieven

De binnenplaatsen en burgerlijke huizen in Delft, vlakbij zijn eigen woning. Dat zijn de Delftse motieven, die van De Hooch een van de grootste Hollandse meesters maakten. In 1655 keerde hij de stad de rug toe en vertrok naar Amsterdam. Waar hij zou gaan werken op dezelfde manier: ook hier werd zijn nabije nieuwe leefomgeving de grootste inspiratiebron voor zijn werk.
De tentoonstelling 'Pieter de Hooch, uit de schaduw van Vermeer' is vanaf 11 oktober te zien in Museum Prinsenhof in Delft.