Het gouden jaar van FC Den Haag: 'Fantastisch dat ik dat shirt mocht dragen'
DEN HAAG - ADO Den Haag maakte afgelopen week bekend dat het voor het 115-jarig jubileum van de club een speciaal shirt heeft laten ontwerpen. Een replica van het shirt uit het gouden seizoen 1985/1986. Een seizoen dat bij de oudere ADO- of FC Den Haag-supporter, want over die tijd gaat dit verhaal, een grote glimlach op zijn of haar gezicht tovert. In dat voetbaljaargang wordt de club onder leiding van trainer Rob Baan ongeslagen kampioen in de eerste divisie. Een record dat nog altijd in de boeken staat. 'Het was zo’n fantastisch jaar.'
Met Frans Danen, tegenwoordig hoofd jeugdopleiding bij ADO Den Haag, Fons Groenendijk, nu hoofdtrainer van ADO Den Haag, en Heini Otto, momenteel werkzaam in de jeugdopleiding van Ajax, blikt Omroep West terug op dit geweldige seizoen.
'Het is uniek wat wij in dat shirt hebben gepresteerd', zegt Groenendijk over het recordseizoen. 'Het is volgens mij nooit meer verbroken dat record. Ik dacht 36 wedstrijden, tien gelijk en 26 gewonnen. Het was een groep met ervaring natuurlijk. We kregen wat spelers erbij die hun sporen al hadden verdiend. Denk aan Martin Jol, Heini Otto en Remco Boere. Dat waren toch jongens die al wat hadden meegemaakt.'
Danen vult aan: 'Dat was mijn eerste seizoen bij de profs. Ik mocht na twee maanden aansluiten bij de selectie. Ik weet nog Cambuur-uit, mocht ik mee in de bus. Joh, dat vond ik al prachtig. Ik speelde geen seconde, helemaal niks, maar ik was al trots dat ik mee mocht.'
Trots
'Tegenwoordig zijn de spelers wat mondiger, het was voor mij de kat uit de boom kijken. Als spelers nu op de bank zitten, dan vinden ze het raar dat ze niet mogen invallen. En ik was toen echt trots dat ik erbij mocht zijn, bij al die grote meneren. Je had Martin Jol, Heini Otto, Cor Lems. Het jaar erna hadden we nog ene Tony Morley erbij lopen. Dat was niet normaal.'
'Wat ons dat jaar zo goed maakte?', vraagt Otto zich hardop af. 'De mix van de groep. Dus jong en oud. Martin Jol was heel belangrijk, maar ook Remco Boere en Karel Bouwens. Daar omheen stonden allemaal jonkies. De eerste dertien wedstrijden van dat jaar werden gewonnen. Als je zo’n reeks niet verliest, dan krijg je ook bijgeloof. Vrije zaterdagen wilden wij niet. Gewoon trainen. Er kwam ook een gevoel van: deze wedstrijd verliezen we niet, wij spelen sowieso gelijk.'
'We hebben heel veel lol gehad, het was eigenlijk een vriendengroep. Het was elke dag feest. De stukken vlogen er vanaf bij de training, maar alles kon dat jaar. We scoorden ook bijna wekelijks een goal in de blessuretijd. Dus ja het kon eigenlijk niet stuk', vertelt Groenendijk, die bijval krijgt van Otto.
Blessuretijd
'In dat seizoen hoorde je geregeld bij Langs de Lijn de verslaggever zeggen wanneer wij weer achter stonden: als u mij nu niet meer hoort, dan is dit de eerste nederlaag van FC Den Haag. En pats, dan hoorde je hem weer in de blessuretijd op de radio vertellen dat FC Den Haag op het laatste moment weer gescoord had. En zo ging dat het hele seizoen door. Je wilde gewoon niet verliezen, om geen einde aan die reeks te maken.'
Otto kwam in het seizoen 1985/1986 over van het Engelse Middlesbrough en startte dat jaar, zo bleek zes seizoenen later, aan een reeks van 221 onafgebroken wedstrijden in het shirt van FC Den Haag. Een record.
Uniek
'Dat blijft uniek, 221 wedstrijden onafgebroken in het shirt van FC Den Haag. Alleen Fred Grim is er overheen gegaan, maar goed, dat is een keeper. Toen ik het record haalde, dat was na 173 wedstrijden, kreeg ik een mooi schilderij van de spelersgroep en een feestavond van het bestuur. Mijn reeks hield op na mijn derde gele kaart, uit tegen Ajax. Ik weet zelfs de scheidsrechter nog, dat was Kees Bakker. De wedstrijd daarna tegen Roda JC was ik er niet bij.'
De nieuwkomer in 1985/1986 maakte grote indruk op Groenendijk en Danen. 'Hij was mijn leermeester', zegt Groenendijk over Otto. 'Ik heb het geluk gehad om met hem te mogen spelen. Aan dat soort spelers heb je zoveel in de ontwikkeling als voetballer. Hij stond voor iedereen klaar. Geweldige vent, altijd vrolijk, altijd plezier. Ook opkomend voor de jongere jongens. Ik heb ongelooflijk veel aan hem te danken. Ik ben altijd trots geweest dat ik met hem op het middenveld heb gespeeld. Hij was de ideale prof, hij verzorgde zich goed. Je keek naar hem en je leerde al.'
Wereldman
Danen vult aan: 'Heini is echt een wereldman, maar dan doe ik hem als voetballer te kort. Als speler liep hij echt kilometers. Van zijn instelling kan ik nog steeds heel veel leren. Heini ging voor zichzelf altijd tot het gaatje. Hij was echt een voorbeeld voor de groep, in alles. Ik heb heel veel van hem opgestoken. Uiteindelijk ben ik wel mezelf gebleven. Trots dat ik met hem heb mogen samen spelen.'
De mooie woorden doen zichtbaar wat met Otto. 'Ik heb geen kip gegeten, maar kijk, ik krijg kippenvel. Ik deed gewoon mijn ding. Ik ben wie ik ben en het is mooi als je dan dat soort jonge spelers kunt helpen. Ik zeg altijd: als je warmte geeft, krijg je warmte terug. Je moet elkaar gewoon helpen.'
Anekdotes ophalen
'Fons had een verschrikkelijk goede vrije trap in de benen, maar ook Ron de Roode en Martin Jol hadden geregeld geniale ingevingen. Als de bal door de benen van de één ging, dan nam De Roode de bal, of Jol deed iets waarna Fons de vrije trap nam. De tegenstander wist nooit wie de bal nam. We halen nog geregeld de verhalen en anekdotes op. Het was zo’n fantastisch jaar.'
Toch is het gouden seizoen net niet helemaal compleet. 'We verloren dat seizoen één wedstrijd. Dat was tegen RBC, in de halve finale van de beker. Dat blijft zonde, want anders hadden we de bekerfinale tegen Ajax gespeeld.'
Kijk hieronder naar een korte samenvatting van de kampioenswedstrijd.