'Er moet nog een hoop gebeuren om de stikstofcrisis op te lossen'

Nieuwkoopse Plassen
Nieuwkoopse Plassen
REGIO - Het is nog niet te laat, maar er moet nog veel meer gebeuren om de stikstofcrisis het hoofd te bieden. Dat zegt Leni Duistermaat van Naturalis. De maatregelen die de regering heeft genomen zijn daarbij volgens haar een goede eerste stap. Maar wat is de stikstofcrisis eigenlijk?
Het kabinet kondigde deze week verschillende maatregelen aan om de stikstofcrisis te lijf te gaan. De maximumsnelheid op de Nederlandse snelwegen wordt verlaagd naar 100 kilometer per uur, er komt ander veevoer en er komt meer geld beschikbaar om varkensboeren die willen stoppen uit te kopen. De kans dat het daarbij blijft is klein, dit is nog maar een eerste pakket.
In de Nieuwkoopse Plassen wijst Martijn van Schie van Natuurmonumenten op een rietland waar tussen het riet allemaal grassen en bijzondere plantjes groeien. 'Doordat de stikstof op de bodem valt, gaan die grassen veel harder groeien en concurreren ze de kleine, zeldzame plantjes weg', vertelt hij. En daar zit 'm het probleem.

Grond te vruchtbaar

Door de te grote hoeveelheid ammoniak en stikstofoxide wordt de bodem te vruchtbaar en groeien de grote gewassen sneller dan de kleinere. Oplossingen zijn plaggen, het snoeien van het riet om andere planten een kans te geven, en het aanleggen van slootjes. Maar nog beter zou het zijn als er minder stikstof in de grond zou zitten.
Natuurorganisaties laten zien wat de gevolgen zijn van te veel stikstof
Ook in de duinen van Katwijk floreren planten die profiteren van de grote hoeveelheid stikstof in de grond. Dat gaat alleen ten koste van de diversiteit in het gebied. 'Zonder kennis te hebben van planten zie je al dat het hier enorm soortenrijk is', vertelt Mark Kras van Staatsbosbeheer op een plek waar nog van alles groeit. 'Als dit wordt overwoekerd wordt door duinroos, is zo'n plek binnen de kortste tijd verdwenen.'

Bramen en brandnetels

Leni Duistermaat van Naturalis vat het samen: 'Als er te veel stikstof in de bodem zit krijgen soorten die snel kunnen groeien de overhand en daarmee concurreren ze de langzame groeiers weg. Dan krijg je bramen en brandnetels.' De vraag is natuurlijk: is dat erg? 'Dat er natuur verdwijnt is al erg, maar het is ook erg voor onze landbouw.'
Want ondanks dat gewassen sneller gaan groeien, worden deze ook meer vatbaar voor ziekten en plagen. 'Dat betekent dat er meer met gewasbeschermingsmiddelen gespoten wordt, er komt meer gif in de bodem, regenwormen krijgen dat binnen, die worden door andere dieren gegeten die daar dood aan gaan, net als de regenwormen, en dat heeft weer gevolgen voor de bodemstructuur', legt Duistermaat uit.

Veranderingen

Zo ontstaat een kettingreactie die uiteindelijk consequenties zal hebben voor de opbrengst van de landbouw. Volgens Duistermaat is dat nu al gaande en is er geen tijd te verliezen. 'Ik denk niet dat we nog eventjes hebben. De schaal waarop we de natuur aan het veranderen zijn, is zo groot dat de natuur dat niet goed kan bijhouden met als gevolg dat soorten zullen gaan verdwijnen.'
Volgens Duistermaat is het nog niet te laat maar moet er nog een hoop meer gebeuren. De maatregelen die het kabinet nu heeft genomen, vormen volgens haar een goede eerste stap.